maandag 04 oktober 2021
[Beluister hier.]
Er zijn daar geen meikevers meer
Er is weinig meer gebleven van het dorp waar ik als kind
Heb gespeeld in zon en regen, met m'n haren in de wind.
Waar ik paardenbloemen plukte, kwam een onbekende straat
En het karrespoor was daar waar die parkeergarage staat.
Hoeveel keren heb ik stiekem rijpe appeltjes gezocht
In de tuin van de pastoor, waar je als kind niet komen mocht –
En niet een van al mijn vriendjes durfde doen wat ik toen deed,
In het meikeverseizoen ving ik daar kevers bij de vleet.
'k Ging er elke dag na schooltijd met mijn schoenendoos op uit,
Boorde gaatjes in het deksel, zo beschermde ik mijn buit
En ik schudde aan de bomen en dan zocht ik in het gras,
Met de mooiste resultaten, o en rijk dat ik dan was…
Als ik nu nog eens op jacht ging
Was het vast de laatste keer –
Er was zoveel om je heen
En dat is allemaal verdwenen
En geen macht op deze aarde brengt het weer:
Er zijn daar geen meikevers meer,
Er zijn daar geen meikevers meer.
En dan ging ik naar m'n vader aan het einde van zo'n dag
En ik toonde hem mijn schoenendoos vol spanning en ontzag,
Want mijn vader had verhalen waarbij ik eerbiedig zweeg:
Hoe je vroeger voor de kevervangst een vrije middag kreeg.
Heel het dorp ging in die dagen eensgezind op keverjacht,
Een beloning wachtte hem die er de meeste binnenbracht,
En het aantal dat hij noemde was zo onbevattelijk groot
Dat mijn eigen schrale buit een meer dan droeve aanblik bood.
Als ik nu nog eens de helft kon vangen van wat ik toen ving
Werd ik dadelijk gekroond tot keverjagerskoningin,
Maar geen meikever wil wonen in een stad van grijs beton,
'k Zou al heel gelukkig zijn als ik er eentje vinden kon.
Als ik nu nog eens op jacht ging
Was het vast de laatste keer,
Er was zoveel om je heen
En dat is allemaal verdwenen
En geen macht op deze aarde brengt het weer –
Er zijn daar geen meikevers meer,
Er zijn daar geen meikevers meer.
Ach - het is allang voorbij en echt belangrijk is het niet,
Maar toch schrijf ik op een berkenblad dit kleine keverlied.
En de kinderen die het horen zullen glimlachen misschien,
Want ze hebben van hun leven nooit een meikever gezien.
En zo zullen zij nooit weten hoe die krabbelt, graaft en bromt,
Hoe hij in de late schemering pas goed tot leven komt.
Hoe hij vliegt met z'n antennes als een waaiertje gespreid,
Hoe hij woont in de kastanje of in 't groene grastapijt,
Hoe hij trots en glimmend rondzoemt met het zonlicht op z’n schild,
Hoe hij dommelt op het land dat in de zomerhitte trilt –
Maar hun leven is geëindigd en voorbij hun korte uur,
En we zullen ze misschien wel achterna gaan op den duur.
Als ik dan nog eens op jacht ging
Was het vast de laatste keer,
Er was zoveel om je heen
En dat is allemaal verdwenen
En geen macht op deze aarde brengt het weer –
Er zijn daar geen meikevers meer,
Er zijn daar geen meikevers meer.
1980
‘Later’ in haar carrière werd de chansonnière een vermaard vertaler van musicals als Aida, Beauty and the Beast, 42nd Street, The Lion King en een tiental meer. Maar ‘vroeger’ in haar carrière vertaalde zij dus ook al soepel en bekwaam, zoals werk van Anne Sylvestre, Don McLean en dit lied van Reinhard Mey: Es gibt keine Maikäfer mehr.