woensdag 24 november 2021
Als ’k dood ben zijn mijn kleren rare dingen:
de overhemden sierlijk in hun doos,
de pakken, hangend waar ze altijd hingen,
steeds wijzend naar omlaag, besluiteloos.
Ik was ze, ik alleen droeg hen altoos.
En, omdat ze mij zo vaak vervingen,
of omdat ik hen uit hun winkel koos;
zij weten iets van mijn herinneringen.
Gij vrienden, enigszins van mijn formaat,
ik roep U, als de dood te wachten staat,
(maak ik het sterven bij bewustzijn mee).
’k Geef U of leen, ’t zou niet de eerste keer zijn,
mijn pakken, vormt met hen die mij niet meer zijn
dan langs mijn kist een onzwart défilé.
1962
Met het nieuwjaarsgeschenk van Uitgeverij AFdH was de biografie al aangekondigd. Die is nu verschenen.
Van het achterplat:
Louis Th. Lehmann (1920-2012) was een excentrieke man. Dichter tegen wil en dank, danser, componist, surrealist, jurist en gepromoveerd scheepsarcheoloog, even prominent aanwezig in kunstenaarsdorp Ruigoord als bij internationale wetenschappelijke symposia. Al voor de oorlog, op zijn 18de, werd Lehmann erkend als een groot dichter door Menno ter Braak, Simon Vestdijk en Ed. Hoornik. Zij roemden zijn jeugdig elan, zijn moderne en pakkende beeldspraak: ‘Overrompelend oorspronkelijke verzen.' Zijn hele leven bleef Lehmann poëzie schrijven. Hij kon niet anders maar liet geen kans voorbijgaan om te verklaren dat dans en muziek veel belangrijker voor hem waren. Bij vlagen keek hij neer op zijn eigen gedichten.
Bij Lehmann was de vent belangrijker dan de vorm. In deze biografie rijst het beeld op van een intelligente, erudiete en gesoigneerde bohémien met een stevige gebruiksaanwijzing, actief als kunstenaar van 1939 tot aan zijn dood. Het verhaal van Lehmanns leven en streven sluit aan op de ontwikkelingen in de Nederlandse literatuur. Biograaf Jaap van der Bent schetst een veelzijdig chronologisch beeld. Aan de orde komen aspecten van de geschiedenis van het Nederlandse surrealisme, van uitgeverij De Bezige Bij, de literaire bladen, Poetry International en Ruigoord. De auteur is erin geslaagd een fascinerend schrijversleven organisch te verbinden met zeven decennia kunst in Nederland. De uitgever heeft ervoor gekozen om de biografie ruim te illustreren, met af en toe opmerkelijk beeldmateriaal.
De dichter die het niet wilde zijn maakt duidelijk dat Louis Lehmann niet alleen een groot en origineel dichter was maar ook een intrigerende persoonlijkheid, iemand die zich moeilijk kon binden – niet aan personen maar ook niet aan literaire stromingen. Hij leefde tot op zekere hoogte voor zichzelf, zoals veel kunstenaars.
Tegelijk met deze biografie, geschreven door Jaap van der Bent, verscheen Gij zult niet bloemlezen! Een keuze uit de poëzie van Louis Lehmann, samengesteld door Erik Bindervoet. Nou ja, niet alleen samengesteld.
Van het achterplat:
‘Deze dichter,’ zegt de samensteller, ‘is van zichzelf al een complete bloemlezing van de Nederlandse poëzie van de 20ste en de 21ste eeuw tot dusver.' Hij heeft gelijk. Bindervoet kiest vormvaste sonnetten naast écriture automatique, poëzie met nonsenswoorden en Barbarber-achtige readymades en aforismen, compromisloze boze gedichten over de wreedheid en domheid van het volk of van architecten en bestuurders die steden slopen, maar ook liefdespoëzie die aan je botten komt. Gij zult niet bloemlezen! toont een caleidoscopisch beeld van Lehmanns zeventig jaren bestrijkende dichterschap.
Erik Bindervoet – die wij vooral kennen als dichter en, samen met Robbert-Jan Henkes, als vertaler van James Joyce, Bob Dylan en The Beatles – maakte dit boek met grote gedrevenheid en plezier. Dat blijkt niet alleen uit zijn verrassende keuze, maar ook uit de tekeningen die hij ervoor maakte en uit zijn feestelijke nawoord. Het zou Lehmanns goedkeuring weggedragen hebben…