woensdag 10 november 2021
Op een zonnige lentenamiddag stond er een oudere
man voor mijn deur. Hij had alleen zijn ondergoed aan.
Of hij naar binnen mocht. Hij was een beroemde
dichter en had een verhaal over vroeger voor me.
Heeft u geen kleren meneer, vroeg ik.
Ik ben een mevrouw, zei hij boos, welk bewijs wil je?
Moet ik mijn onderbroek soms laten zakken?
Nadat ze een jurk had aangetrokken en een broodje
naar binnen had gepropt, vroeg ze om chocolademelk.
Ze proefde voorzichtig en wiebelde met haar
ongewassen tenen: heb je ook nog een deken?
Ik legde een sprei om haar magere schouders en wachtte af.
2021
Fascinerend nieuw werk van Esther Jansma in het nieuwe halfjaarnummer (2021/2) van Het Liegend Konijn, het Tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie.
Het verhaal van de zeeroversdochter is een cyclus die bestaat uit één gedicht (het bovenstaande), elf monologen (van de zeeroversdochter) en, onder de titel Het einde, het verslag van een interview met de verteller uit het eerste gedicht. Dat begint zo:
Waarom heeft de zeeroversdochter u uitgekozen als de bezorger van deze teksten?
Dat komt, denk ik, omdat ik vriendelijk tegen haar was. Ik gaf haar te eten en te drinken. En kleren. Ze vertrouwde me.
Wie haar andere werk kent, weet dat haar gedichten vaak een vaste strofe-indeling en regellengte hebben. Waarom is ze daar na al die jaren van afgeweken?
Wie haar andere werk kent, verwijst natuurlijk naar het werk van… Esther Jansma, die, zoals ook Het begin aantoont, schrijft met een vaste strofe-indeling en regellengte.