vrijdag 18 juni 2021
Je kunt geschiedenis gaan lezen,
raadsels, roddels en geruchten,
pagina’s geschifte elektronica,
en toch plots voor een bedelaar
in regen staan en niet meer weten
waarom we in de wereld zijn.
Een schim wordt warm naast jou
en tikt je op de schouder.
Gouden regen, Danaë in schuim,
de glitter van het leven.
Je wordt omhelsd; de zon breekt door.
Iemand ontcijferde een brandnieuw
spijkerschrift, jongens op Vespa’s gaan
achter Vestaalse meisjes aan.
Alles is duur en alles is om niets.
Tolle, lege, Augustinus,
neem dit gedicht en lees.
Vergeet ons maar
in je ondraaglijke gebeden:
jouw God heeft niet
voor ons geleden.
2021
Mooie nieuwe aflevering (vandaag) in NRC-Handelsblad van de reeks Het gedicht. Daarin bespreekt dichter Marjoleine de Vos met een collega-dichter een van haar of zijn gedichten. Deze keer bevraagt zij Stefan Hertmans over bovenstaand gedicht. Ik citeer alleen het begin van het interview:
In poëzie, vindt Stefan Hertmans (1951), moet je zo individueel mogelijk spreken, zonder de aansluiting met de lezers te verliezen. Het geeft niet als die lezers niet metéén begrijpen wat er in een gedicht staat, “blijf niet haken aan een regel die je niet begrijpt, lees gewoon door, het wordt wel duidelijk”, zegt hij. Onlangs verscheen een bloemlezing uit zijn poëtische werk, onder de titel Wij waar geen eind aan komt, samengesteld door zijn collega-dichter en goede vriend Peter Verhelst. Die liet daarin zien, zegt Hertmans, dat hij altijd heen en weer slingert tussen twee polen: jezelf proberen te zijn en toch niet alleen zijn.
We buigen ons over een gedicht dat Neem en lees heet. Dat zijn woorden die kerkvader Augustinus meende te horen terwijl hij hevig verlangde naar geloof, maar er niet in slaagde werkelijk te gaan geloven, zo beschreef hij in zijn Belijdenissen. Terwijl hij zat te huilen om zijn onvermogen, hoorde hij een kinderstem ergens in de buurt die de woorden zong ‘Neem en lees’, ‘Tolle lege’ in het Latijn. Hij pakte een bijbel en begon te lezen. Dat was genoeg.
Verwacht u dat de lezer weet waarop die titel Neem en lees betrekking heeft?
“Nee, absoluut niet. Dan zou je mensen uitsluiten. Het is een bevel, maar je kunt het ook zien als een uitnodiging. Neem en lees dit gedicht, in de hoop dat je het mooi vindt.”
In het vervolg van het gesprek gaan zij samen dieper in op het gedicht aan de hand van vragen als wie de je in de eerste regel is of raadsels, roddels en geruchten is gekozen vanwege de alliteratie en waarom Hertmans de puntkomma zo'n heerijk leesteken vindt. Zeer boeiend.