zaterdag 05 juni 2021
Ik ga de wijde wereld in
Dat had hij zich voorgenomen
Maar ach, het lot, een huis en een baan
Wisten dat te voorkomen
Toch was het iets in zijn lijf en zijn kop
Dat zat zich dwars te bomen
Al dat verlangen, man, het werd zo groot
Wat moest hij toch met die dromen
Kinderen komen, kinderen gaan
Hij doet de tuin en wast de ramen
Zij doet de was en kookt het eten en dan
Eten ze samen
Maar op een dag verliet hij huis en haard
Kon er niet meer aan ontkomen
Achter de heuvels, ja daar lag het land
De enige weg naar Rome
Zeven jaar zocht hij naar al wat-ie miste
Toen is hij teruggekomen
Nooit echt iets gevonden maar ‘t zoeken voorbij
Weg was dat rust’loze dromen
Dagen komen, dagen gaan
Hij doet de tuin en wast de ramen
Zij doet de was en kookt het eten en dan
Eten ze samen
Ik ga de wijde wereld in
Dat had hij zich voorgenomen
Achter de heuvels, ja, daar lag het land
Hoeft zich nooit meer in te tomen
Dagen komen, dagen gaan
Hij doet de tuin en wast de ramen
Zij doet de was en kookt het eten en dan
Eten ze samen
2021
Vervolg van hier.
Neem Jos van Oorschot een ochtend mee naar de Donkse Laagten en je leert weer zoveel meer van de dieren- en plantenwereld. Hij woont zelf aan de Maas en daar zijn ook de foto’s gemaakt voor het tekstboek bij zijn debuut-cd. Beetje laat debuut trouwens, want hij is 63 jaar, maar bescheiden van aard als hij is, speelde en zong hij liever samen met anderen, totdat ook die zeiden dat hij zichzelf het volle licht moest gunnen.
Hij is bioloog en planoloog, maar de liefde voor de natuur was er altijd al; met studie vergaarde hij de kennis waarmee je je zintuigen nog beter leert aan te wenden in het vlakke land, aan het water en vooral aan de vergadertafels waar men spreekt over windmolenparken en nog erger.
Die verbondenheid met de natuur klinkt sterk door op de cd en niet alleen in de foto’s. Al wat er in de wereld aan ellendigs gebeurt, maakt hem ongelukkig, zingt hij in het eerste lied. De geschiedenis van het Maasland ontvouwt hij in lied vijf; het genoegen van niksen onder lariksen (jaja, slechts beeldrijm) in lied zeven.
Laat mij een landschap zijn
Waar niemand ooit in snoeit
Niemand graaft en plukt en spuit
En mij met weet ik wat vermoeit
Zo begint lied acht. In lied negen vraagt hij zich af hoe de natuur er uitziet over ruim tien jaar en in het elfde komt de overbevolking aan bod:
Ik ga mijn buuf niet lopen bashen
Negen kinderen, toppie baan
Potentiële man op Tinder
Zou jij dan zo zijn begaan
Met een vlinder meer of minder?
Met het dertiende en laatste lied – ik besprak het dus hier – verwijst hij naar zijn liefde voor poëzie en met het tiende, de enige vertaling, naar zijn bewondering voor singer-songwriters als Loudon Wainwright III. Blijven nog over twee, vier en zes.
Ik schreef het al: hij is bescheiden van aard. Als je een uur met hem doorbrengt, moet je uitkijken dat niet alleen je eigen wel en wee aan de orde komt, maar ook dat van hem en de zijnen. Daarom ben ik ingenomen met de liefdesliederen voor zijn vrouw (lied vier en zes) en bovenal lied twee (het bovenstaande), waarin hij de woorden vindt voor een traumatische periode in zijn liefdesleven. Ik zag zijn worsteling destijds met zorg en verdriet aan, maar zijn liefste gaf hem de ruimte, hij hervond zichzelf en samen kwamen zij veel sterker uit de strijd.
Mooie cd. Alle liederen zijn genoemd; heb ik alles gezegd? Nee, niet ontbreken mag dat Paul Verschuur de cd produceerde en de meeste instrumenten bespeelde – naast Jos’ gitaar en de toetsen van Erik van Dijck. En evenmin dat de cd in een kleine oplage verscheen, maar nog te bestellen is: jos.van.oorschot@home.nl