zaterdag 15 mei 2021
je kan overal zijn, je kan iedereen zijn
wij, die opgroeien zonder onze vaders
blazen ze op tot mythische proporties
hij werkt op een booreiland
is koning van een Afrikaanse stam
als een held gestorven in de oorlog
een geheim agent, een spion, hij woont in Rio
we vertellen dit onszelf en iedereen die ernaar vraagt
want vragen doen ze
het klinkt draaglijker dan ik weet het niet
bij zijn andere vrouw en kinderen, in de gevangenis
het is net wat prettiger dan hij schrijft nooit een kaart
hij belt nooit op, hij komt nooit langs
maar ik weet dat hij weet waar mijn huis woont
wij denken soms dat we je zien lopen
ook al ben je er lang geleden vandoor gegaan
wij zien je in een van de oudere mannetjes voor de toko bij de Albert Cuyp
we denken dat je ons ziet, we zien je je afvragen of wij er een van jou zijn
het zou tenslotte zomaar kunnen, je hebt geen adres achtergelaten
je kan iedereen zijn, je kan overal zijn
in Houston, Kaapverdië, Spanje, of op de Wibautstraat
je kan overal zijn, je kan iedereen zijn dus wat als die man hiernaast
al die jaren niet zomaar een man is?
en wat als hij denkt dat ik gewoon een buurmeisje ben?
en soms worden we wat achterdochtig
en zien we je in elke man met dezelfde neus, dezelfde ogen
wij hoeven soms alleen maar onze ogen te sluiten om je te zien
sommige kinderen hebben imaginary fathers
wij hebben denkbeeldige vaders die door het raam naar ons kijken
terwijl we afzwemmen voor diploma A
imaginary fathers die ons rechtop houden als de zijwieltjes eraf zijn
maar dat houdt op een gegeven leeftijd op
maar vooral begrijpen we dat het zo beter is
we begrijpen dat we niet de enigen zijn
dat de wet het niet toeliet
dat het visum was verlopen
dat je kleur verkeerd was
dat je je dromen niet wou opgeven
dat ze je eruit heeft gezet, we begrijpen het
we begrijpen dat onze relaties stukgaan
we begrijpen onze bindingsangst
onze verlatingsangst, onze eeuwige zoektocht
dat we voornemens zijn om het zelf heel anders te doen
misschien beter maar geen kinderen krijgen
en als dat kind er toch komt, zullen we het nooit verlaten, nooit
en als die vent het in zijn hoofd haalt om bij ons weg te gaan
dan… nee, blijf, blijf, laten we niet als de stereotypen worden, baby en
what’s love got to do with it?
we zullen er alles aan doen om hem hier te houden
want wij weten hoe het is
maar wij weten ook dat het soms beter is
om geen vader in huis te hebben
dat lezen wij in de ogen van onze moeders
en de stilte rond jouw naam
wij, die opgroeien zonder eigen vaders
hebben ons hart gebroken al ruim voor onze eerste liefde
de eerste man in ons leven heeft ons verlaten
2021
Dat ik Babs Gons (1971) een geweldige dichter vind, schreef ik al hier en hier en hier. In de laatste bijdrage klinkt bovenstaand gedicht al door. Nu is haar officiële dichtdebuut uit, getiteld doe het toch maar. Indrukwekkende bundel en prachtig vormgegeven, waardoor Gons haar lezers niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk buiten de vaste lijntjes voert. Zoals met bovenstaand gedicht, waarin – zoals steeds – haar zeer persoonlijke invalshoek en maatschappelijke betrokkenheid samenvallen.
Gons is Spoken Word-artiest en haar voordracht gaat dus hand in hand met haar materiaal. Maar Uitgeverij Atlas Contact had beter redactie moeten voeren over de geschreven versie, zodat de bundel gevrijwaard was gebleven van taalfouten. Ook in bovenstaand gedicht. Is dat kritiek? Ja, maar niet op Gons. Wat hebben we er weer een fantastische dichter bij!