zondag 02 mei 2021
De buurman en de dood
Vanmorgen kwam de buurman langs
Wit van schrik en uit het lood
Hij zei ‘Bij de bakker in de rij
Stond ik naast de dood
Het was een vrouw met zwarte ogen
Ze keek mij aan, ze kocht een brood
Vervolgens liep ze door me heen!
Maar dat doet toch alleen de dood?’
‘Ik moet weg hier’ stameld’ hij
‘Naar een vriend in Echternach’
Of hij mijn auto lenen mocht
Dat mocht, ook zonder zijn beklag
Dit verhaal, het was bizar dus
Moest ik het zeker weten
Op een bankje voor de bakker
Zat een vrouw rustig te eten
‘t Was een zonderling figuur
Met een lang en wit gewaad
Pas in ’t voorbijgaan zag ik goed
Haar doorschijnende gelaat
Ik vroeg of zij vanmorgen vroeg
Dwars door mijn bange buurman liep
Zij zei: ‘Dat klopt, maar mijn excuus
Als ik daarmee verwarring schiep
Het kwam omdat ik was verrast
Dat ik hier bij de bakker zag
Hem, die ik straks halen moet
Helemaal in Echternach’
2021
Ruim 45 jaar geleden stelden Jos van Oorschot en ik een theaterprogramma samen met eigen liedteksten en met gedichten die we toonzetten, zoals van Willem Elsschot, Ida Gerhardt, Hans Lodeizen en J.J. Slauerhoff. Jos en ik waren toen al bevriend, zijn dat nog steeds en zullen dat altijd blijven. Maar waar hij de muziek trouw bleef, koos ik al snel voor de poëzie en beroer(de) de snaren van mijn gitaren nog maar zelden.
Na opnamen met groepjes als dHoofd en Stanza waarin hij speelde en speelt, verscheen nu dan eindelijk, op zijn 63ste, zijn eerste solo-cd. Ik heb Grens nog niet in bezit en wil erop wachten tot hij die brengt, zodat ik me niet alleen hoef te richten op het horen van de teksten, maar die ook kan lezen. Maar op Spotify zag ik de titellijst en dus ook dat de cd afsluit met bovenstaand lied. De titel intrigeerde me en dat nummer wilde ik alvast tot mij laten komen. Ik vroeg Jos die tekst alvast te mailen. Wij zongen indertijd immers ook het beroemde gedicht De tuinman en de dood van P.N. van Eyck (1897-1954) en het kon niet anders of De buurman en de dood moest daarmee vandoen hebben.
Van Eyck:
Vanmorgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in. "Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.”
Bij Jos werd dat, wat compacter:
Vanmorgen kwam de buurman langs
Wit van schrik en uit het lood
Hij zei “Bij de bakker in de rij
Stond ik naast de dood.”
Ik was benieuwd op welk moment hij aan de haal zou gaan met het verhaal van Van Eyck, maar dat doet hij niet.
Van Eyck:
Glimlachend antwoordt hij: "Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen ik 's morgens hier nog stil aan het werk zag staan
Die 'k 's avonds halen moest is Isphahân."
Jos:
“Het kwam omdat ik was verrast
Dat ik hier bij de bakker zag
Hem, die ik straks halen moet
Helemaal in Echternach”
Geen parodie dus, maar een moderne navolging. In deze rubriek schreef ik al eerder over Van Eycks gedicht en over de variant die Jules de Corte schreef en zong, terwijl Van Eyck, zo weten we inmiddels zich waarschijnlijk liet inspireren door een roman van filmmaker Jean Couteau, al noemde hij die bron niet. Allemaal dezelfde strekking: de Dood kondigt zich aan en dan kun je er niet meer aan ontsnappen. (Lees hier.)
Het late cd-debuut van Jos van Oorschot is ook een aankondiging waaraan hij niet meer kon ontsnappen. Er was in zijn omgeving al zo vaak aangedrongen op het vastleggen van repertoire en hij gaf dan aan dat ook van plan te zijn. Nu is het zo ver. Binnenkort hier meer over de hele cd, die is te bestellen via jos.van.oorschot@home.nl