woensdag 21 april 2021
[JUSTITIA PIETAS FIDES we gaan uitspraak doen
Verdachte: ik kende het draaiboek ik leidde… strikte
geheimhouding Verdachte niet aanwezig geboren 13-10-1945
thans president van de republiek]
de maîtresse en titre boog zich broodmager hees en glanzend
zwart over een veelheid aan biljetten
op zoek naar kleine schade schermutselingen fear of china
dieptriest casa de la alegría gieren en onweer in dat netnietbijland
zo X: waar men het in het comité voor het razend gevaar niet
en nooit en nummer over had
zo Y: tijd voor een ander universum op naar de plastisch chirurg
op de vlucht voor het lijk met het laaghangend lichaam
met het lijk zonder lichaam inmiddels
[JUSTITIA PIETAS FIDES er werden lijsten opgemaakt alle
verbindingen blokkeren opdracht van de legerleiding nieuwe
wapens ingevlogen schietoefeningen door de zestien]
2021
Er is een nieuwe bundel van psychiater, schrijver en dichter Antoine de Kom en daarmee was ik uren, dagen zoet.
Van het achterplat:
Ooit stond een deel van Demerara samen met Suriname onder Nederlands bewind. Demerararamen zijn de ramen die de zonnehitte weren terwijl de verkoelende passaatwind toch vrij spel heeft. Houten louvreramen zijn het, die hellend als een dakraam een kijk op onze wereld bieden die deze nieuwe bundel van Antoine de Kom maakt tot wat hij is: gedichten die al wat wreed, kwaad en ellendig was laten warrelen in de koele hitte van hun schaduw.
Dat Nederlands bewind is meteen een sleutel voor wie weet dat De Kom (1956) de kleinzoon is van de Surinaamse antikolonialist, nationalist en verzetsstrijder Anton de Kom. Negen afdelingen, te beginnen met Say intentions, waaruit bovenstaand gedicht afkomstig is.
Say intentions vragen luchtverkeersleiders wanneer zij willen weten wat een piloot van plan is te gaan doen: “Zeg wat je intenties zijn.” Maar Verdachte niet aanwezig geboren 13-10-1945 is natuurlijk een man van don’t say intentions: Desi Bouterse.
De bundel gaat over van de Surinaamse geschiedenis op ander politiek geweld in de wereld, maar evengoed over de say intentions van wie het voor het zeggen hebben in het algemeen tot dichters in het bijzonder.
De Kom vliegt wat af in deze bundel en niet voor niets noemt het achterplat als point of view: ramen die hellend als een dakraam een kijk op onze wereld bieden. Aan het einde schrijft de dichter niet meer over Leo Vroman tijdens reizen vanuit een vliegtuig (lees hier) of over de Italiaanse oorlogsverslaggever Simone Camilli (1979-2014) die omkwam door een vliegtuigbom, maar over het vlees en bloed dat de lucht zonder intentions regeert: de vogels. Het laatste gedicht is zijn vertaling van mi dren, een gedicht van de Surinaamse dichter Johanna Schouten-Elsenhout (1910-1992). We horen niet meer de stem van de luchtverkeersleiding, maar De Koms stem, mijn vogelstem:
mijn droom: hoor mijn stem
mijn vogelstem
srio achter steen en graf
bonst van angst mijn hart zich dood
een schuilplek waar liefde is zoek ik
zonnevogel in de storm zal ik
hoogten over
en de vallen horen mijn roep
zwakker al van lijf
alleen de hemel ziet me
benauwd in mijn boomdorp nest
ooit grijpt de dood
me daar tot droom