donderdag 18 maart 2021
Je leerde nog de klinken bedienen
met je elleboog. Je klinkers dansten
zonnig in het rond. Bij elke high five
sprankelde je lach als een zusje
van de lentezon. Wisten wij veel.
Dat een grote beer jou misschien
doodgeknuffeld heeft. Misschien
kneep iemand warmte in je hand.
Of proestte jou een handkusje toe.
En blies je zo omver als bloesem,
de verste, onbereikbaarste verte in.
De lente blijft niet in haar kot.
Het gras, de bloemen, de bomen
laten zich niet opsluiten. In die
geuren en kleuren woon jij nu,
daar fonkel je in ons.
Voor altijd hand in hand
met je zusjes en broertjes
op berenjacht.
2020
Op bezoek bij een Vlaamse vriendin staat zij er versteld van dat ik jeugddichter Daniel Billiet (Gent, 1950) en jeugdschrijver-illustrator Paul Verrept (Deurne, 1963) niet ken. Zij geeft me haar exemplaar mee van Waarom het nooit bananen regent, een ruime keuze uit het oeuvre van Billiet, rijk gelardeerd met tekeningen van Verrept.
Prachtige uitgave, zowel vormelijk als inhoudelijk, zo blijkt al snel. Net als bij Annie M.G. Schmidt en Willem Wilmink leef je, al lezend, voortdurend in het besef dat de auteur naast de kinderen staat voor wie hij schrijft en zich nooit boven hen verheft. Kinderen lezen om woorden te vinden voor wat ze voelen en denken en hebben aan ouders en docenten al genoeg pedagogen om zich heen. Toch loopt ook Billiet niet weg, maar juist voorop als het over moeilijke onderwerpen gaat.
Ik ga daar de komende dagen meer voorbeelden van geven. Het gedicht van vandaag – het enige dat een toelichting nodig heeft – schreef hij voor de 12-jarige Rachel uit Gent. Zij overleed 20 maart 2020 aan COVID-19.