dinsdag 09 maart 2021
metro’s rijden door de nacht voorbij
ik wacht op iets ik weet het niet
ik heb het opgeschreven
maar weer doorgekrast
last van de last
ik wacht op iets
jij kijkt naar mij en zegt dat ik wel de woorden heb
als ik zeg dat nu ik steeds beter weet wat mijn mening is
ik steeds meer in de stilte wegglijd, je hebt gelijk
richting overkomt je niet, je kiest ervoor
welke zet, welke deur je open doet
na elke keuze leef je door
en alles stroomt binnen oevers die je zelf bouwt
kijk in de spiegel zie ik klasse, kleur, een voorkeur
maar vannacht droomde ik alles in negatief: huub huub wisseltruc
hoe zou het zijn geweest als alles andersom was gelopen
wie zou er dan in de P.C. Hooft kopen
waren er grenzen, waren ze open
had een ander in de scheepvaart voorop gelopen
hoe was het hier dan gelopen?
ik zing dit voor jou
omdat we verdergaan
van nu af aan
maar het zijn niet die dromen die mij verwarren
het zijn juist de speeches van overdag
die niets anders brengen dan verwarring en angst
ze zeggen “minder, minder”, “kun je niet normaal doen
ga je maar weer terug naar je eigen land”
stop de pers stop de tijd
elke stap vooruit blijkt er twee achteruit te zijn
was het niet dit nooit weer, nooit meer oorlog
of wat zegt men ook alweer?
we herdenken, monumenten met namen
je bent niet een nummer, geloof
noch je woonplaats, onschuldig
en toch het gebeurde, en wij keurden het af
maar wel pas achteraf toen het te laat was
en toch is dat weten ons gegeven
herinner je je afkeer van toen je nog klein was
op reis naar Berlijn was, jij Anne Frank las en dacht
“maar zij heeft toch niets gedaan?”
ik zing dit voor jou
omdat we verdergaan
van nu af aan
ik kom uit een land van achter de bergen
waar het vrij spelen was
waar roken echt het ergste was
wat we konden doen, toen in de zesde klas
ik wilde ook zo’n jas als dat meisje weet je nog mam
naar een nieuwe school waar ik wel vrienden had
ik wilde op de ander lijken, ik wilde jazzmuzikant of Maria
uit de West Side Story zijn
‘cause “I like to be in America
because everyting’s free in America”
we renden als bezetenen heen en weer
verkleed als die vrouwen
die vrouwen die wilde ik zijn
zonder iets te weten van hun verhaal of angst of pijn
of dat ik mij nu zou schamen
en ze muren zouden bouwen
en ik toevallig hier aan de goede kant
laat me je voortaan herkennen
ik ben wie ik ben en ik ken je niet
maar ik geloof in een land tussen oud land en nieuw land
waar we op weg zijn van nu af aan
ik zing dit voor jou
omdat we verdergaan
van nu af aan
zing ik dit voor jou
omdat we verdergaan
zing ik dit voor, zing ik dit voor jou
2020
Naar aanleiding van deze bijdrage laat Jan Beuving mij weten dat hij Eva van Manen de Annie M.G. Schmidt-prijs prijs zeer zou gunnen. Dat is geen valse bescheidenheid van een andere genomineerde, want daarvoor is hij veel te integer en oprecht. Reden om vandaag dat lied te kiezen. Hier is het ook nog te zien en horen.
Bij de toelichtingen op de nominaties lees ik onder meer:
“Het lied is ontstaan na de uitspraak van Wilders over minder Marokkanen. Ik was toen in Berlijn, zag de sporen van de Tweede Wereldoorlog, zag waar de Berlijnse Muur had gestaan en dacht aan vier mei, hoe we zo massaal de verantwoordelijkheid voelen om te herdenken. Maar waarom lukt het ons dan niet om dat verantwoordelijkheidsgevoel aan het nu te koppelen?”
Het is een “lel-tekst”, zegt ze. Niet een lied dat vanuit een standpunt is gezongen, meer een reis door het hoofd van Van Manen met daarin gedachtes over identiteit, racisme, politiek en vrijheid. Het ritme van de muziek valt samen met de over elkaar tuimelende vragen en ideeën. “Ik probeer een zo genuanceerd mogelijk verhaal te vertellen. [...] Die nuance is belangrijk. “Omdat ik geloof dat we bewegende mensen zijn. Het lijkt op Twitter alsof je in een seconde een mening moet hebben en die altijd moet blijven houden, maar je kan veranderen. Moet veranderen. Misschien is het lied een poging om dat te laten zien. Ik kom er uiteindelijk achter: hoe meer ik weet, hoe minder ik weet.”
Ze benoemt in het lied ook zwarte bladzijden in de Nederlandse geschiedenis. “Ik denk dat we, door ze te benoemen verder kunnen gaan. Veel mensen vinden de discussie over racisme spannend, alsof er iets wordt ontnomen. Maar ik denk juist door het pijnlijke en het moeilijke te benoemen we verder kunnen. Het is net als in een privérelatie: als je pijnlijke dingen niet benoemt, stagneert het.”