zondag 28 februari 2021
De hoge heuvel die ons wacht
Als het dag wordt vragen we ons af
wanneer zien we ooit licht in deze eindeloze nacht?
Elk verlies dat we dragen,
is een zee waar we door moeten waden
We trotseerden de buik van het beest
We leerden dat rust niet altijd staat voor vrede
En dat begrip, de waarde
van wat gerechtig is
Niet altijd recht-lijnig is
En toch voor we het goed beseffen
behoort de dageraad ons toe
Uiteindelijk zouden we erin slagen
Uiteindelijk overleefden we en zagen
een volk dat niet werd gekraakt
maar gewoon onaf is gebleven
We komen uit een land en een tijd
Waarin een mager zwart meisje
een kind van slaven dat door een alleenstaande moeder werd grootgebracht
ervan mag dromen president te worden
en zie, nu zegt ze haar tekst op voor zo’n president
Inderdaad ja we zijn lang niet volmaakt
lang niet ongerept
maar dat betekent niet dat we
naar een perfecte eenheid streven
Wel willen we bewust eenheid smeden
Een land vormen dat de cultuur, kleur, aard en levensbeschouwing
van elke mens respecteert
En dus richten we onze blik niet op wat ons scheidt
maar op wat vóór ons ligt
We dichten de kloof omdat de toekomst eerst komt
dus willen we eerst onze verschillen overwinnen
We leggen onze wapens neer
zodat we elkaar
kunnen omarmen
We wensen niemand kwaad toe, willen eendracht voor iedereen
Laat de hele wereld weten dat dit waar is:
Ook toen we verdriet hadden, bleven we groeien
Ook toen we pijn hadden, bleven we hopen
Ook toen we moe waren, bleven we volharden
Zegevierend blijven we voor altijd verbonden
Niet omdat we geen nederlaag meer zullen kennen
Maar omdat we geen verdeeldheid meer zullen zaaien
De Bijbel leert ons dat iedereen
onder zijn eigen wijnstok of vijgenboom moet zitten
Zodat niemand hem nog bang kan maken
Als we voldoen aan de eisen van onze tijd
Wordt de zege niet gebracht door het zwaard
Maar door alle bruggen die we hebben geslagen
Dan worden we naar de beloofde beemden gebracht
op de hoge heuvel die ons wacht
Een weinig moed kan volstaan
Want veel meer dan erfelijke trots kent de Amerikaan:
hij zet stappen in het verleden
om de geschiedenis daarna te helen
We overleefden een kracht die het volk trachtte te verdelen
en weigerde het met de wereld te delen
Die het land bedreigde en de democratie wou ondergraven
En daar bijna in was geslaagd
Maar al kun je de democratie tijdelijk ondergraven
nooit kun je haar voorgoed verslaan
Op die waarheid
op dat geloof vertrouwen we
Want terwijl wij onze ogen op de toekomst richten
richt de geschiedenis haar ogen op ons
De tijd van de gerechtige bevrijding is aangebroken
Toen hij begon waren we vol angst en vrees
We waren niet klaar de erfgenamen te zijn
van die schrikwekkende stonde
maar net daarin hebben we de kracht gevonden
om een nieuw hoofdstuk te schrijven
onszelf weer met een lach en hoop te verblijden
En waar we vroeger vroegen
Hoe kunnen we de ramp ooit overleven?
Zeggen we nu
Hoe zou de ramp ons kunnen overleven?
We keren niet terug naar wat was
maar lopen de toekomst tegemoet
Een land dat gekneusd is maar toch heel is gebleven
dat minzaam is maar moedig
vurig en vrij
We laten ons niet meer ompraten
en weigeren toe te geven aan intimidatie
want we weten dat de volgende generatie
de gevolgen moet dragen van onze apathie
Haar beproeving wordt door onze blunders voortgebracht
Maar één zaak staat vast:
Als we mededogen met macht vermengen
en macht met gerechtigheid
dan wordt liefde ons legaat
en ‘change’ het geboorterecht van onze kinderen
Laten we dus een beter land achterlaten
dan het land waarmee men ons heeft opgezadeld
Met elke ademtocht uit mijn met brons beslagen borst:
we vormen deze gewonde wereld om tot een wonderland en
We rijzen op uit de gouden heuvels van het westen,
we rijzen op uit het windige waaierige noordoosten,
waar onze voorvaderen hun revolutie begonnen
We rijzen op uit de met meren omzoomde steden van de Midwest
we rijzen op uit het zonovergoten zuiden
We bouwen weer op, verzoenen en helen
en op elke bekende plek in de natie en
in elke hoek van het land
staat ons prachtige volk op in al zijn diversiteit
ons veelgeplaagde prachtige volk
Als het dag wordt zeggen we de nacht vaarwel
vurig en zonder vrees
De nieuwe dageraad bloeit open nu wij hem bevrijden
Want het licht blijft altijd schijnen
Als je de moed maar hebt het te zien
Als je de moed maar hebt het te zijn
2021
De jonge, Afro-Amerikaanse dichteres Amanda Gorman (22) stal bij de eedaflegging van president Joe Biden de harten met haar gedreven hymne The hill we climbe. Marieke Lucas Rijneveld nam de opdracht aan de Nederlandse vertaling te schrijven, maar dat leidde tot veel kritiek. Alleen een zwarte dichteres zou daarvoor in aanmerking kunnen komen: Babs Gons of Lisette Ma Neza bijvoorbeeld. Dit omdat Gormans werk onlosmakelijk is verbonden met haar ervaringen en identiteit als zwarte vrouw; een witte dichteres kan zich onvoldoende inleven.
Uitgeverij Meulenhoff verdedigde de keuze voor Rijneveld: Amanda Gorman en Marieke Lucas Rijneveld ontvingen beiden op jonge leeftijd internationele erkenning voor hun werk. Daarnaast zijn ze beiden niet bang om zich uit te spreken. Meulenhoff voegde daaraan toe dat Gorman en haar team direct positief reageerden op de aanstelling van Rijneveld als vertaler.
Toch besloot Rijneveld, die ook was aangezocht de in augustus te verschijnen debuutbundel van Gorman te vertalen, zich terug te trekken. Zij schrijft: Ik ben geschrokken van de ophef rond mijn betrokkenheid bij de verspreiding van de boodschap van Amanda Gorman en ik heb begrip voor de mensen die zich gekwetst voelen door de keuze van Meulenhoff om mij te vragen. […] Wat mij interesseert is de rijkdom van de taal. Ik had me met alle liefde gestort op het vertalen van Amanda’s werk, waarbij ik het als grootste taak zag om haar kracht, toon en stijl overeind te houden. […] Ik wens alsnog dat haar gedachtegoed zoveel mogelijk lezers bereikt en meerdere harten doet openen.
Toch zijn er al twee Nederlandse vertalingen bekend. Van dichters die volgens de critici ook niet in aanmerking komen. De eerste is namelijk van een witte vrouw: de Vlaamse vertaalster Katelijne De Vuyst. Dat is de bovenstaande. De tweede kan in hun ogen al helemaal niet: geschreven door Menno van der Beek, een wiite Nederlandse man. Lees hier.