vrijdag 25 december 2020
De troostzoekers
Zoals geluk gevaarlijk is voor wie er spaarzaam mee omgaat,
voor wie niet-leven een koud kunstje werd, voor wie hier binnenkomt
en twijfelt aan alles wat mooi is, twijfelt aan zijn plek in de wereld,
voor wie eindeloos teert op het verlangen naar beterschap,
voor wie niet breekbaar wil zijn net zo min als populierensterk
en wie mij raakt geef ik de wind, voor wie met een bevel tot
omhakken in de hand rillerig plaatsneemt of juist wil opbloeien
en zie me, voor wie alleen wil zijn maar het niet langer meer kan.
Zoals geluk gevaarlijk is voor hen die het niet kunnen delen,
voor wie wel glimlacht maar de snik onzichtbaar en hoog in
de keel heeft, voor wie alles verloor waar hij van hield, voor hen die
de koek uit de mond sparen en altijd andermans honger stillen,
voor wie weerloos omgaat met de dingen, voor wie iedere
avond zichzelf het donker van zijn kop injaagt, voor wie de hoop
heeft opgegeven als een zieke kameraad, voor wie van alles denkt
maar te weinig uitspreekt, voor wie moe is maar niet meer
in slaap komt en eeuwig ligt te woelen, voor hen die willen leunen,
voor wie onder de mensen wil zijn als onder een warme deken,
voor wie niet weet wie hij is en altijd onzeker, we zijn de leegte,
zeggen we, we zijn de leegte en weten niet hoe ons te vullen.
Zoals geluk gevaarlijk is voor de roekeloze, voor wie verstrikt zit
in eigen-ik, voor wie de weerloosheid weg-eet, koopt, slikt, voor wie
zichzelf bezeert omdat een ander het niet meer doet, voor wie
stemmen hoort maar zelden een lief woord, voor wie bang is om
verlaten te worden en in een leeg huis thuis te komen, voor wie zélf
uit voorzorg iedereen verlaat, voor wie weet dat het hart op vele
manieren kan breken en vergeet dat het ook op vele manieren
weer kan helen, voor wie en voor iedereen is hier de plek.
2020
Marieke Lucas Rijneveld (1991) schreef dit overweldigende gedicht speciaal voor de kersteditie (24 december) van Tijdgeest, de zaterdagse Trouw-bijlage.
In augustus won Rijneveld de International Booker Prize, als eerste Nederlandse schrijver ooit, met de vertaling van haar debuutroman De avond is ongemak (2018). Momenteel lees ik haar, minstens zo sterke tweede roman, getiteld Mijn lieve gunsteling (2020). Maar in literaire kring is zij natuurlijk net zo bekend van haar twee bijzondere gedichtenbundels: in 2015 Kalfsvlees (lees hier) en, uit 2019, Fantoommerrie (lees hier en hier en hier en - in een ruimere bijdrage - hier). Vier grootse publicaties in vijf jaar tijd van iemand die pas 29 jaar oud is– we kunnen nog veel moois van haar verwachten.