zaterdag 14 november 2020
Als ik steeds minder aan je vraag
Dan vraag jij aan mij
Of ik jouw handen wil verwarmen
Of jij mag rusten in mijn armen
Mijn hart klopt net zo hard als toen ik zei:
Blijf jij voor nu en nog een tijdje hier bij mij
Op mijn tenen door de gang
Naar de keuken en de kamer
Naar de hal en weer terug
Al die kamers brengen dromen
En gedachten en bedenksels
Als verhalen en herinneringen terug
Nee, het mooiste is nog niet achter de rug
Als ik steeds minder aan je vraag
Dan vraag jij naar mij
En als het lijkt alsof ik uit sta
Weet dat alles in me aan staat
Mijn dorst is nog zo sterk als toen ik vroeg
Mag ik een kus, ik heb er nooit genoeg
Als ik wankel op mijn benen
Ook dan houd je nog van mij
Als ik eventjes afwezig
En met niets en alles bezig
Als ik net niet meer zo snel ben
En niet zo goed meer aan iets nieuws wen
Dan ben je daar, dan ben je daar
Als ik steeds minder aan jou vraag
Dan vraag jij aan mij
Of ik jouw handen wil verwarmen
Of jij mag rusten in mijn armen
Mijn hart klopt net zo hart als toen ik zei:
Blijf jij voor nu en nog een tijdje hier bij mij
2020
Vervolg van gisteren.
Paskal Jakobsen:
[…] Een nummer dat ik geschreven heb met Ron de Nijs in gedachten. Ik werd geïnspireerd door onze ontmoetingen […] Ik was daarnaast onder de indruk van de manier waarop hij naar buiten bracht dat hij de ziekte van Parkinson had. Ook ik zat toen voor de televisie en het ontroerde mij zoals hij erover sprak. Ik bleef daarover nadenken. Hoe ziet zo’n fase in je leven eruit? Hoe is het om met zoiets geconfronteerd te worden als man van in de zeventig die eigenlijk nog heel fit is, jonge kinderen en een veel jongere vrouw heeft? Hoe praat je daar onderling over? Wat zeg je tegen je vrouw? Ik heb geprobeerd in zijn huid te kruipen…