zondag 01 november 2020
En laat voor wat is. Laat de moeder die haar stem
al zingend heeft gekraakt, laat de vader die op zolder
zijn bestaan heeft geschreven. Het is bij kraken en zolders gebleven.
Laat de tweelingzus die je met stalen glimlach
deed twijfelen of ze er was uit vriendschap of verraad: het is geen
van beide geworden. Trek dan alle graten uit je lijf
tot er niets dan jezelf overblijft. Het is aan jou nu. Dus
laat de kinderen met hun knuffels vol lijken en met messen in de tong –
die poppen waar je zo op lijken wou, laat ze als de wassen beelden
van hun ouders, in hun veel te grote rol. Kijk naar wat je achterlaat,
de koektrommelhuizen, en laat de zon op straat. Laat achter
de slijkgang van de regelmaat. Doe net als de mens die koppig
naar zijn werk vertrekt en zijn dag verlaat. Maar doe het omgedraaid.
2020
In het nieuwe nummer van Hollands Maandblad, 2020-10, naast verhalen van onder anderen Arnon Grunberg en debutanten Elsa May Averill en Sarah Andrea Desplenter, nieuwe gedichten van Paul Geelings en van twee dichters van wie dit jaar een nieuwe bundel verscheen: J.V. Neylen en Jabik Veenbaas. Aan die bundels kwam ik nog niet toe.
J.V. Neylen (= Joke Van Neylen, Antwerpen 1989) is nieuw in deze gedichtenrubriek. Ik las eerder gedichten van haar hand in onder meer Het Liegend Konijn en opnieuw Holland Maandblad, maar En niet bij machte is pas haar debuut. Ik ga daar nog over schrijven.
In haar werk staat steeds de kloof centraal tussen verwachting en realiteit. Van het achterplat van haar debuutbundel: En niet bij machte is een verpletterend verslag van het onvermogen om werkelijk aanwezig te zijn in de wereld. Deze ontheemding wordt met durf en precisie ontleed.
Het bovenstaande is het eerste van de eerste afdeling, maar niet het eerste gedicht van de bundel. Hierover een volgende keer meer.
Splinternieuwe gedichten in dit Hollands Maandblad-nummer van filosoof, vertaler en dichter (in het Nederlands en het Fries) Jabik Veenbaas (1959), zoals het onderstaande.
Hier schreef ik over zijn voorlaatste, zevende bundel, maar onlangs verscheen Soms kijkt de aarde me aan. Over die prachtige bundel binnenkort meer.
de wereld redden
oorlog en rokend puin stervende
olifanten godsdienstwaanzin
en intussen wordt er geconfereerd
what will save the world?
het prestigieuze forum draait rond in cirkels
een volksdans voor intellectuelen
naderhand applaus en koffie
antwoorden heb ik niet gekregen
en wijzer word ik nooit
al raak ik soms afgeleid
vanmorgen nog door de manke duif op de stoep
die zich meester maakte van een halfleeg bakje friet
en gisteravond tijdens het sombere journaal
door de kuiten van de nieuwslezeres
beschaving wil ik het niet noemen
noch redding van de wereld
toch stort ook ik in de wijde oceaan van treurnis
mijn magere druppel hoop.