vrijdag 09 oktober 2020
Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen,
haast dravend en vaak hakend in de mat,
lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen,
gaat elke week de idioot naar 't bad.
De damp die van het warme water slaat
maakt hem geruster: witte stoom…
En bij elk kledingstuk, dat van hem afgaat,
bevangt hem meer en meer een oud vertrouwde droom.
De zuster laat hem in het water glijden,
hij vouwt zijn dunne armen op zijn borst,
hij zucht, als bij het lessen van zijn eerste dorst
en om zijn mond gloort langzaam aan een groot verblijden.
Zijn zorgelijk gezicht is leeg en mooi geworden,
zijn dunne voeten staan rechtop als bleke bloemen,
zijn lange, bleke benen, die reeds licht verdorden
komen als berkenstammen door het groen opdoemen.
Hij is in dit groen water nog als ongeboren,
hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen,
hij heeft de wijsheid van het lichaam niet verloren
en hoeft de dingen van de geest niet te begrijpen.
En elke keer, dat hij uit 't bad gehaald wordt,
en stevig met een handdoek drooggewreven
en in zijn stijve, harde kleren wordt gesjord
stribbelt hij tegen en dan huilt hij even.
En elke week wordt hij opnieuw geboren
en wreed gescheiden van het veilig water-leven,
en elke week is hem het lot beschoren
opnieuw een bange idioot te zijn gebleven.
1940
Eerste uitgave van haar Verzameld werk, want niet alleen haar poëzie (inclusief, ook in facsimilé, vijf niet eerder gepubliceerde jeugdgedichten), is erin opgenomen, maar ook haar proza, waaronder de zeven verhalen uit de bibliofiele uitgave De amanuensis, die Van Oorschot in 2009 uitgaf ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van M. Vasalis (pseudoniem van Margaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans, 1909-1998).
In deze rubriek nam ik al eerder gedichten van haar op: Er zijn dingen (binnen deze bijdrage rond Micha Hamel), Het ezeltje, Moeder, Nostalgique, Phoenix II en Sub Finem en Socce Voce. Bij gelegenheid vandaag een ander beroemd gedicht, afkomstig uit Parken en Woestijnen, haar debuutbundel in 1940.
Ik kan het niet lezen zonder te denken aan dit schilderij van Co Westerik: – Man in bad (1988).