woensdag 26 augustus 2020
Heimwee naar de toekomst
1.
Het is al lang geleden maar ze weet nog
hoe, niet op een dag maar sluipend,
haar dromen zijn ontvreemd. Of gaf ze zelf
verlangen mee aan morgenster en vuilnisman?
Hoe ook - het meubilair verdween van wat
toekomstig huis wou zijn in haar: geen
kamer meer met zon en zang, geen
schaapjes die op het behang een kindje
tellen zou, geen toegekend belang aan elk
gebaar tot aan de afwas toe die neuriënd
van simpel stil geluk en liefde voor elkaar,
ach laat ook maar, die aandacht voor elk ding.
2.
In lege kamers heeft ze jaren braaf gewoond.
Ze zei: het vragende in mij heeft ongelijk
oprechtheid wil dat alles wat bestaat er is
en zonder raadsel mij bevalt. Dus vrede nu
en evenwicht, al staat in mij geen stoel meer
die mijn inzicht steunt, waarin mijn ziel,
die niet bestaat, gerust en zonder klacht
niet langer iets verwacht, maar is.
3.
De tijd is onze vijand niet. Hij hoeft niet dood
of uitgedreven om te leven zoals is bedoeld.
Door wie? Door niemand, niets, en zeker niet
door God of wet, hoezeer dat ook gemak zou zijn.
Niet op een langverwachte dag begint het nu,
vervulling wacht niet om de hoek tot kiekeboe
daar ben je dan, ik was je plan, je lot, je keus.
Er is geen weg naar ergens heen er is alleen
de nieuwe dag die komt en van wat was
de trouwe glans. Geef heimwee naar de toekomst
dus geen kans, je bent er immers al.
4.
Zoals een wandeling geen doel heeft
maar wel richting kiest. Zoals je duikt
het water in, niet om de schat die in een wrak
verborgen ligt, maar om de koelte en de bruis,
om lachend van plezier je thuis te voelen
waar je dat niet bent, om drijven en om zon.
Dit hier-zijn is om niet, je ging nooit
ergens heen op reis. Je hoeft niet meer
naar Ithaka, dat armelijke paradijs.
5.
Daar staat het oude huis, daar woont,
vergaan nu tot een schim, gefantaseerd begin.
Hoe klatert de muziek er bij de koffiepot, hoe
huist in harmonie in wasgoed en papier.
Kip braadt er met plezier, op tafel droomt
het kleurpotlood een blije hond. In roze
gloed staat dit voorgoed voorbije beeld
en lokt nog altijd dromen naar zich toe. Pas op,
bestemming is een toverwoord, dat achteloos
vermoordt het ongekende dat je overkomt.
6.
Elk paradijs is al voorbij, precies daarom
zijn wij er zo gelukkig in geweest. Maar
’t echte feest is altijd nu, als je kersverse
woorden vindt die steeds voor ’t eerst
je openen voor dit moment waarin
de tijd zich toont, bewoond door alles
wat niet blijven kan. Dat is de kracht ervan.
2013
Vervolg van gisteren.
Tot slot een langer gedicht, gekozen uit Uitzicht genoeg (2013), haar vierde en voorlopig laatste bundel.
Haar motto, dat ik gisteren al noemde, komt ook hier veelvuldig terug. Zoals in deze regels: Er is geen weg naar ergens heen er is alleen de nieuwe dag die komt en van wat was de trouwe glans. Geef heimwee naar de toekomst dus geen kans, je bent er immers al.
Prachtige poëzie.
Voor verdere toelichting: lees hier.
x