donderdag 20 augustus 2020
Hij stond onder het dekzeil van een kraam op de boekenmarkt
de regen af te wachten toen zijn hand de dunne bundel
van tafel griste en triomfantelijk omhooghield
parlando zei je met gespitste lippen parlando van du perron
of ik wist dat daarin en je keek me aan met een blik die ik toen
niet goed begreep dat daarin het mooiste gedicht stond dat je kende
en stamelend las je dat gedicht van du perron over zijn vader
hoe hij eerbiedig zijn portret uit de lijst had genomen omdat er
stof was in gekomen en het er later weer had in gezet
2012
Al mijn kappers opent met de afdeling waarin de bundel zijn titel dankt. Acht gedichten met als titel steeds de straatnaam en de plaats over de kappers en hun zaken die hij in de loop der jaren bezocht en zich nu herinnert. In zijn geboortestad Arnhem (Johan de Wittlaan, Hanzestraat en Stellingwerfstraat), zijn latere woonplaats Amsterdam (Leliegracht en P.C. Hooftstraat), zijn tijdelijke residentie Levanto en zijn huidige woonplaats Antwerpen (Plantinkaai en Lange Leemstraat).
via della rimembranza, levanto
twee modellen kort of iets langer
en dan naar achteren
af en toe een hanenkam
en scheren tot bloedens toe
de foto van zijn zoon in voetbaltenue
werd vager met de jaren
en ook hijzelf ontkwam niet aan de tijd
de vrouw die er later haar kruiden verkocht
kon zich met moeite zijn naam herinneren
Over zijn herinnering aan een kapper die al bijna niet meer herinnerd wordt in een straat die De weg van de herinnering heet. Dat is nog eens dichten.
In de achtste reeks, met de mooie titel Zonder aanziens des persoons, wordt ook herinnerd. De zes gedichten krijgen als titel de namen des persoons. Onder hen Wilma Sommers, net als hij geboren in Arnhem en maar iets ouder. De ontwerpster en docent aan de Arnhemse Hogeschool voor de Kunsten) kwam op 52-jarige leeftijd om het leven bij een ongeluk op het water. Dat was in 2012. Dit alles vermelden de summiere aantekeningen niet. Peter Theuwkens zal een vriend zijn geweest en wie Vader is, begrijpen we ook zonder toelichting. Menno Wigman (1966-2018 - lees hier en hier en hier en hier en hier en hier en hier en hier en hier en hier), Jan Elemans (1924-2019, leraar Nederlands in Arnhem – waarschijnlijk ook van hem) en Wim Brands (1959-2016) kennen we van hun werk.
Hier hetzelfde procedé als in het kappersgedicht: de dichter herinnert zich zijn ontmoeting met de dichter die daarbij herinnert aan een vergeten gedicht van een dichter, namelijk Edgar du Perron (1899-1940). Lezer, ik denk dat je je met moeite zijn naam kunt herinneren en waarschijnlijk geldt dat ook al voor de naam Wim Brands.
Het gedicht van E. Du Perron waaraan Wim Brands de dichter herinnert, is kwatrijn 29 uit de bundel Filter. Dat meldt Van Zadelhoff dan weer wel, maar erg volledig is het niet, want waarom het kwatrijn niet even opgenomen:
Ik heb met eerbied het portret
van Vader uit de lijst genomen,
waar zoveel stof was ingekomen,
en toen weer in de lijst gezet.
Bovendien: Filter verscheen in 1925 en toen schreef Du Perron nog onder het pseudoniem Duco Perkens. Dat weet ik dan weer – de mens is vreemd met zijn herinnering.