dinsdag 11 augustus 2020
De eend raakt niet meer aan wal
rug en stuit kaalgeplukt
kop in bloed en snot
opnieuw en opnieuw
komt er een heethoofd bovenop
totterdood gaat het oproer
en gesnater door
levenloos drijft ze op het water
en nog berijdt een woerd haar kadaver
jij laat mijn hand los
verschrikt
alsof er elektriciteit op zit
2020
Vervolg van gisteren.
Wat bedoelt de dichter met die laatste zin? Schrikt zijn Liefste omdat zij zich realiseert hoe wreed de liefde óók kan zijn? Of van het feit dat hij deze geweldsexplosie wèl kan aanzien?
Wie Brugge kent, kent het Minnewater. Als straat en als meertje in het Minnewaterpark, gelegen in het centrum van de stad waarvan Herman Leenders in 2016 en 2017 stadsdichter was.
Beeld: Koos Breukel
Wie Giessendam kent, kent de Buitendams, middeleeuwse dijk waarop het dorp ontstond. Daar wonen wij.
Er zit hier een waterhoen met twee kuikentjes. Sinds gisteren zit een blauwe reiger bij ze in de buurt aan een slootkant. Hij vliegt op als ik passeer met de honden, maar even later zie ik dat-ie alweer neerdaalt op dezelfde plek. Vanochtend zat de reiger er weer en… heeft het waterhoentje nog maar één jong bij zich.
Ik schreef het hier al veel vaker: het is soms aangrijpend om de dierenwereld aan te zien als je haar beter leert doorgronden. We hebben prachtige planten, maar de slakken vreten ze op. Maar toch, de slakken mogen blijven. Ook de blauwe reiger dragen wij een warm hart toe. Maar voor moeder waterhoen met haar weerloze kuikentjes bestaat deze tijd van het jaar net iets meer sympathie. Reiger, blijf van ze af en ga kikkers vangen!
Ook Herman Leenders heeft mogelijk, toen hij deze moord gadesloeg, gedacht dat hij moest ingrijpen. Maar dat kan dus niet.
’s Nachts droom ik wel eens van zo’n onwetend kuiken en haar zorgzame moeder en denk: wij zijn zelf niets méér. Op een dag nadert iets ‘groters’. Gevaar dat er niet eerder was of dat we niet zagen of onderschatten. En dan is het voorbij.
Ook de dichter die een Brief aan zijn zoon schrijft, is zich bewust van zijn sterfelijkheid:
en als het de liefde niet is die ons bindt
is het dan die wc-rol die mijn pennenhouder werd
die beschilderde kei, die tekening of presse-papier
zijn het de vakantiekiekjes boven een ravijn of aan zee
is het de eerste fiets of de eerste auto waarmee je wegreed
zijn het de talenten of de mankementen
is het de bril, de blik of de myopie
zijn het de sprookjes of dan toch de poëzie
zijn het de woorden of de muzieknoten
is het de vorm van je neus of die kronkel in je oren
zijn het je tenen, is het de twinkel in je ogen
zijn het de genen, het X- of Y-chromosoom
zijn het de broers, grootouders, ooms en tantes
het nest of het spinnenweb
de dromen of de nachtmerries
is het de aanstekelijke lach of de grimas
zijn het de huizen die we hebben gedeeld
en achtergelaten als schelpen
of zijn het de tenten
is het de ambitie of eerder het gepieker
de vreugde of het verdriet
het verleden of de toekomst
als het de liefde niet is die ons bindt
dan bindt er ons niets
Wordt vervolgd.