dinsdag 04 augustus 2020
Dit is het leven, veilig en voldaan.
Binnen een vrouw ontstaan ze bij elkander:
twee ogen en twee oren om den ander
en tegelijkertijd, een neus komt staan
tussen de wangen en een mond vangt aan.
Het bloed, die donkre ingebouwde brander,
houdt overal zijn uitlopers voorhanden
om nieuw gebied te voegen aan lichaam.
Misvormde voetjes voelen nergens grond.
Stomphandjes steken hulpeloos naar buiten.
Het rompje is een klompje kindervlees.
Maar vocht en vliezen van de moeder sluiten
het onvoltooide toe, in deze geest,
dat er een mens langzaam wordt afgerond
1949
Vervolg van gisteren.
Na de moord op zijn Utrechtse hospita en de poging tot moord op haar dochter krijgt de dichter TBS – toen nog TBR: terbeschikkingstelling van de Regering – en hij is ontoerekeningsvatbaar verklaard. Het is 1937 en hij wordt opgenomen in De Rijksasyls voor Psychopathen in Avereest. Daar en in de andere klinieken waar hij vervolgens verblijft, schrijft hij Blauwzuur, met daarin Directeur en Vogel van waanzin. Die bundel zal pas in 1969, zeven jaar na zijn dood, verschijnen.
In 1946 is hij weer vrij man, zij het met TBR. Het contact met Cathrien van Baak is hersteld. Ook zij lijdt onder het verleden: tijdens de oorlog is zij lid van de NSB en heeft een relatie met een SS’er. In 1946 trouwen ze en een jaar later raakt Cathrien zwanger.
Wim Hazeu:
De mededeling van Cathrien dat zij in verwachting was ‘ontketende’ aanvankelijk bij Achterberg hevige emoties. Voor veel mannen is het in verwachting zijn van hun vrouw een bedreiging, maar bij Achterberg werd een normale reactie snel over-emotioneel. Hij was er niet aan toe. […] Hij moest in 1947 enige dagen in Rekken worden opgenomen. Daarna had hij zich met de komende gebeurtenis verzoend, met de restrictie dat het kind een meisje zou zijn. Aan A. Marja schreef hij op 21 juli 1947: ‘…verwacht binnenkort de aankondiging van een dochter…’ Er was al een naam voor gereserveerd: Inge Bianca. ‘Een zoon zou een paard van Troje in het gezin zijn’, aldus Sjoerd Heringa; ‘jaloezie op de man, willen voortbestaan in de vrouw’, aldus een andere psychiater, Hans Keilson.
Begin augustus kwam de bevalling. […] Het was een jongetje, het heeft maar een paar uur geleefd. De volgende dag moest de dokter ook voor Gerrit komen, om hem te kalmeren.
Aan Nico Donkersloot schreef de dichter op 19 augustus: ‘Het is met C. weer aardig goed na haar moeilijke verlossing van voor 3 weken ongeveer. Helaas heeft ons jongetje maar 9 uur geleefd. Het had een bloeduitstoting gekregen in de hersenen.’
Ook nu is de poëzie een medicijn. In 1949 verschijnt de bundel Hoonte, dat afsluit met Kindergraf. Ook bovenstaand gedicht maakt deel uit van die bundel.
Wordt vervolgd.