vrijdag 24 juli 2020
De eerste twee boten passeerden vlot
maar de derde was een diep geladen aak
die zo traag naderde dat (cadeau Karin
pasta, room, boontjes, loodgieter bellen)
Plotseling doemt de aak dichtbij op
en zie ik dat hij geheel gevuld is
met water dat in springerige golfjes
uit het donkere ruim over de boorden stroomt
Boven de wachtende mensen
is de moeheid van de werkdag uitgegroeid
tot een bijna zichtbare tros tekstballonnen
Verwikkeld in gedachten en beslommeringen
zien we niet dat uit de aak
al het water van de Amstel opwelt
Incognito drijft de bron van de rivier voorbij
2016
Marjoleine de Vos:
Wat is het toch dat je zo kunt verlángen naar wandelen.
Wat wil ik daar buiten dan? Het is een intens grauwe, driezelige dag, overal modder, laaghangende luchten, een enkele auto die zo’n nat geluid maakt van opspattende blubber. De takken zijn kaal, ouwe caravans en rommelige schuurtjes worden al lang niet meer goedertieren verhuld door gebladerte en toch wil en zal ik wandelen.
Wat verlang je dan?
De cadans van je stappen als je eenmaal die cadans te pakken hebt. Die is er nooit meteen, in het begin denk je vaak dingen als hoelang duurt deze wandeling eigenlijk, wel kil vandaag, ik kan ook afsnijden, zo meteen als ik thuiskom even een mailtje sturen aan A. en ook B. moet eigenlijk nog antwoord krijgen. Enzovoort. De gedachtenwolk hangt nog boven je. Zoals in dat gedicht van K. Michel boven de mensen die in Amsterdam bij de Amstel voor de Magere Brug staan te wachten, ‘een bijna zichtbare tros tekstballonnen’. Een leerzaam gedicht, vind ik altijd, over dat die mensen het wonder dat voor hun ogen plaatsvindt niet zien door te veel drukte in hun kop.
Voor toelichting: lees hier.