donderdag 09 juli 2020
Ik zag dat je je bril verwrongen had,
hij lag te grijnzen op het tafelblad,
de veren scheef, ontwricht, maar net gekruist.
Het leek verdomme wel alsof hij bad.
2018
Vandaag over een andere onbesproken gebleven bundel van Wiel Kusters, getiteld In opdracht.
Van het achterplat:
Ik lijk verloren als ik je niet vind.
In dorre bladeren woelt en zoekt de wind,
hij spreidt en jaagt bijeen, is even stil:
ik hoor je adem tot hij weer begint.
In het dichterschap van Wiel Kusters is na het verschijnen van zijn verzamelde gedichten (Leesjongen, Uitgeverij Cossee, 2017) een nieuwe en productieve fase aangebroken. Tot de resultaten daarvan behoort, naast een omvangrijke bundel langere gedichten waaraan nog gewerkt wordt, een reeks van achtenveertig kwatrijnen, die zich eind 2018 in korte tijd aan hem opdrongen. Zelf heeft hij het gevoel dat hij ze 'in opdracht' schreef. Maar in opdracht van wie?
De reeks gaat over verlies. Over de afwezigheid van nabije mensen. Over een gemis dat bij vlagen misschien een beetje gecompenseerd kan worden door de 'ander' in jezelf en in je taal te herkennen. Die even vertrouwde als vreemde ander, met wie je je kunt confronteren, zodat je de illusie kunt koesteren van een korte ontmoeting.
Zoals in het hierboven geciteerde kwatrijn, waar 'de wind' en 'je adem' verwisselbaar lijken, met een emotionerende verwarring als gevolg: hoor je de adem van de dode tot de wind opnieuw begint te waaien, of hoor je hem, die adem, als illusie, tot hij in werkelijkheid herbegint - hetgeen niet zal gebeuren?
Kwatrijnen, vier regels per keer, niet meer, maar naar gevoelige en geduldige lezers zullen ervaren: dat is in deze poëzie toch ook zeer veel. Misschien kan de dichter ook voor wie hem langzaam leest en herleest een herkenbaar vreemde ander zijn.
Over de omvangrijke bundel langere gedichten waaraan nog gewerkt wordt, schreef ik de voorbije dagen al. Het kwatrijn dat het achterplat van In opdracht citeert, is het tweede. Net als bijna alle andere met als rijm aaba en met drie schetsende regels, gevolgd door een samenvattende.
Ik kies vandaag voor het vierde kwatrijn (bovenaan) en het vijfde (hieronder).
Je zoog het wattenstaafje vast dat ik
voorzichtig langs je lippen streek, je blik
was zo nabij dat je al niets meer zag.
O dorst van droge woorden die ik slik.