Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 18 - 35. Katrien Verfaillie: Kunnik nemi na joen...

dinsdag 05 mei 2020

Kunnik nemi na joen komn!
[Ik kan niet meer naar jou toe komen!]

[Kijk en beluister hier.]


‘k Weetn ik nog goed ê tied êlee,
iederiè keek na den teevee,
’t werd toen ol veel over verteld.
Da Vlièrmusvirus va Wuhan,
in iène ki kwam dat deran, 
me moeder emme toen êbeld.
Katrien wost zièr eki jen ann
en doet ê moendmaskertjen an,
’t noèdlot is ier oek toe êsloa!
Mo ’t wos toch ièn of andern tiep,
die zei ’t is mor e simpeln griep,
je moe toch nie benauwd zie.


Ik weet het nog goed: een tijd geleden / keek iedereen naar tv, / er werd toen al veel over verteld./ Dat Vleermuis-virus van Wuhan, / ineens kwam dat eraan. / Mijn moeder heeft me dan opgebeld. / Katrien, was vlug eens je handen / en zet een mondmaskertje op, / het noodlot is hier ook toegeslagen. / Maar was er niet iemand / die zei: het is maar een gewone griep / Je moet niet zo benauwd zijn.



Mo, kunnik nemi na joen komn!
Want iederièn bluuft i ze kot.
’t Zie roare tiedn va Corona,
mo mens, mor is dat toch etwot!


Ach, ik kan niet meer naar jou toe komen!/ Want iedereen blijft in zijn kot./ Het zijn rare tijden van Corona./ Mens, het is met wat!


De menschn sloegn i paniek!
Van Ranst kreeg hièlega geliek.
Italië stoend op nummer iè!
De ski-vacance wos edoan,
stoend je te dicht van ’n Italioan,
wê j’addet a je bièn!
En oeste en e zièrn kop,
hièl vele kurs der bovenop,
in iène ki gin oastm mi!
E weke loater lig j’op ’t spoed,
dokteurs die zegn ’t i nie goed,
Mo vint ik zoe benauwd zie!


De mensen geraakten in paniek!/ Van Ranst had het bij het rechte eind./ Italië stond op nummer 1!/ De ski-vakantie was voorbij,/ stond je te dicht bij een Italiaan,/ dan had je het spek aan je been!/ Een hoest en koppijn,/ heel veel koorts daar bovenop,/ ineens geen adem meer!/ Een week later lig je op de spoedafdeling!/ Dokters die zeggen: Het is niet goed!/ Wat zou ik bang zijn!


Mo, kunnik nemi na joen komn!...

’t Is lik ‘n oèrlog va welièr,
da doe voe vele menschn zièr,
nunder routine zie ze kwiet.
Der komt gi geld nie mi na binn,
die vule ziekte ist an ‘t winn,
de wèreld die deroender liedt!
Juuste dien Trump a ‘t nie verstoa,
teegn te Poashn wost edoa,
e kustn me were erbegunn.
Terwijl dat ’t zorgnd personièl, 
An ‘t vechtn is voer ieder dièl,
mo moe zieder benauwd zie!


Het is zoals tijdens de oorlog,/ dat doet voor veel mensen pijn,/ ze zijn hun routine kwijt. / Er komt geen geld meer in het laadje,/ die vuile ziekte is het aan het winnen, / de wereld lijdt hieronder./ Enkel Trump had het niet begrepen,/ Met Pasen zou alles voorbij zijn/ en konden we weer herbeginnen./ Terwijl dat ondertussen het zorgpersoneel/ alles op alles zet, / wat moet het bang zijn!


Mo, kunnik nemi na joen komn... 

Nuus oar wordt griest e veel te lank,
me zien nog eevn preus pertank,
me wiln zo gêrn na de ziè!
De joentjes misn nunder moatn,
je kut dat azo agliek nie loatn,
versoepeln go ze toch e kiè!
Lat uus mo bluuvn i nuus kot,
zodat de curve daalt biegod,
zodam ê schoènn zomer ê.
En toe gomm daansn in de stroatn
en toe gomm knuffeln me nuus moatn
en toe…

Raf, moe wieder toe nog benauwd zie, peis je?
Raf: “’k peisn ‘t ik lik nie!
En gie Walter? Wuk peis je gie?
Walter: “Bê nim zeker?
Toe moem nemi benauwd zie!


Ons haar wordt grijs en veel te lang,/ we zijn nochtans nog even fier,/ we willen zo graag naar de zee!/ De kindertjes missen hun vrienden,/ je kunt dat toch zo niet laten doorgaan, /ze zullen toch ooit eens versoepelen!/ Laten we in ons kot blijven,/ zodat de curve daalt, bij god,/ zodat we een mooie zomer hebben./ En dan zullen we dansen in de straten/ En dan zullen we knuffelen met onze maten/ En dan…
Raf, moeten wij dan nog bang zijn, denk je?/ Raf: Ik denk precies van niet!/ En jij Walter? Wat denk jij?/ Walter: Nee zeker?/ Dan moeten we niet meer bang zijn!


Oo, ‘k gon ik toe rap na joe komn!
Toe meug me were uut uus kot.
At oal êdoan is mê Corona,
ku nuus geluk nemi kapot!


Oo, ik zal dan vlug naar jou toe komen!/ Dan mogen we weer uit ons kot./ Als alles van corona voorbij is,/ Kan ons geluk niet meer kapot!

2020


Lang niet alles, maar wat zitten er pareltjes tussen al die eigen opnamen van ‘thuiswerkende’ zangers en muzikanten die hun inspiratie in deze zorgelijke tijd delen. Ik wil er twee uitlichten, omdat ze gemaakt zijn door kunstenaars die ik goed ken, maar die er desondanks in slaagden mij te verrassen en zelfs ontroeren met hun opnamen.

 



Bovenstaande tekst en uitvoering zijn van Katrien Verfaillie. Een Corona-reactie op de melodie van Jean Ferrats La Montagne, bij ons beroemd door de uitvoering van Wim Sonneveld (als Het dorp). Geschreven in haar West-Vlaamse dialect van Bachten de Kupe (Katrien: Achter de kuip = achter de Ijzer). Katrien komt uit Stavele, dorp tussen Ieper en Veurne. 

Van haar is ook de bijgevoegde letterlijke vertaling en ik was geneigd daar meteen een kloppende – lees rijmende en metrisch passende – Nederlandse tekst van te maken. Maar Katrien is streng en zegt: Ik heb natuurlijk enkel vertaald, uitgelegd wat de West-Vlaamse woorden betekenen en naar een rijm of metrum dat past bij het lied heb ik niet gezocht.

Zou ook gek zijn haar bewerking weer te gaan bewerken, dus beperk ik me hierboven voor honderd procent tot haar woorden. En o ja, over vrienden gesproken: op het filmpje zie je verder Raf Walschaerts van Kommil Foo en de jaren dat Katrien & Raf samen waren, zijn me dierbaar. En Walter Janssen regisseerde Rafs solovoorstelling Jongen toch, waaraan ik als coach meewerkte. 

Als gezegd, het verraste en ontroerde me.




PS
Katrien maakt prachtige pianomuziek en van haar eigen composities verschenen inmiddels twee cd’s. Steun zulke authentieke makers en koop hun werk (zie hier).

Wordt vervolgd.

Archief 2020