dinsdag 28 april 2020
Gedenken wij hen die ons zijn ontvallen.
DA. Mexx. Halfords.
Promiss. Bart Smit. Paradigit.
Dixons. Vögele. Gsus Sindustries.
Miss Etam. Free Record Shop. Invito. Aktiesport. Schoenenreus.
Men At Work. Scheer & Foppen.
The Phone House. SuperTrash. Gaastra. Kijkshop.
Intertoys. Van Leest. Megapool. Hudson’s Bay. Didi.
De Harense Smid. Edah. Videoland. Euroland.
C1000. Cora Kemperman. Super de Boer.
Expo. Dolcis. Schlecker.
V&D.
2019
Uit persoonlijke ervaring weet ik helaas wat het betekent om depressief te zijn. Muzikant en schrijver Aafke Romeijn (1986) heeft om de vijf, zes jaar een depressie. Zo ook najaar 2019, toen zij op uitnodiging van het literaire Tilt Festival artist in residence was in Tilburg.
Voor mij zou die neerslachtigheid een reden zijn geweest thuis te blijven; zij zag er juist de uitdaging in om haar depressies te verkennen alsof het lege winkelpanden zijn. Vandaar de titel die zij gaf aan haar bundeltje met ervaringen: Leegstand. Van het achterplat:
Haar donkerste dagen zijn als steden vol mislukte architectuur, buurthuizen waar in een hoekje achterin biljart wordt gespeeld en bouwputten.
In gedichten, proza en beeld schetst ze sloop, bouw en beton. Met bijrollen voor de V&D, Tilburg en Godzilla.
Het bundeltje, dat slechts 68 pagina’s telt, bestaat uit letterlijk één dagboekverslag – in drie delen: de ochtend, middag en avond van haar 23ste sombertedag –, ruim tien gedichten met soms een foto en vier verhalen. Twee daarvan zijn persoonlijke en sfeerrijke herinneringen aan haar laatste bezoek, op de sluitingsdag, aan de V&D en aan haar vaste rondje langs een verpieterd onaf leeg huis aan het kanaal. Daarnaast, veel nuchterder stukken over het gedoe, al vanaf de opdracht in 1999 en ook na de vertraagde onthulling in 2008, van John Körmelingse Tilburgse kunstwerk het Draaiend Huis en hoe een depressie valt te vergelijken met de Japanse filmserie waarin het monster Godzilla in Tokio gebouwen vertrapt alsof het lege melkpakken zijn:
Als mijn lichaam en hoofd een stad vormen, dan is Godzilla de depressie die ik denk te bevechten. Mijn autoriteiten werpen slaappillen, antidepressiva, periodes zonder alcohol, koffie, pittig eten, koolzuurhoudende dranken, periodes van intensief wandelen, een ijzeren dagritme, meditatie en medicatie, therapiesessies waarin wordt besproken over het lacaniaans tekort waar we omheen draaien als water om een afvoerputje.
De depressie ontkomt.
Beeld: Jan van Eijndhoven
In deze rubriek staan natuurlijk de gedichten centraal, waarvan een aantal gaat over of is geïnspireerd door locaties in Tilburg, maar waarin haar gemoedsonrust eveneens onafgebroken mee loopt en fietst:
De stad heeft mijn herinneringen opgeslokt
soms, als ik langs een bouwput fiets, stap ik af en kijk de diepte in
misschien dat ik daar, tussen ribbels
stalen wanden, buispartijen, drogend beton
iets ontwaar van wie ik was toen mijn lichaam
nog gewoon het lichaam was
waarvan ik niet beter wist
Die locaties: het tot monument verklaarde Buurthuis Jeruzalem (Casper Houbenstraat), de sloop van Squashcentrum De T (Boomstraat), het spic-en-span van straten als de Betuwestraat en de aangename stilte van natuurgebied Leersumse Veld. En het bovenstaande, over de uit de Schouwburg-Promenade verdwenen winkelketens.
En, tot slot, het onderstaande, over het reeds genoemde Draaiend Huis:
Kijk door mij heen
van voor naar achter
van tuin naar tuin
van stoep naar schutting
Twee verdiepingen leegte
dan weer op het noorden
dan weer op het westen
een trap van niets naar niets
In dit huis
draaien we rondjes van 43.000 euro
ademt niemand het enkel glas troebel
is geen stoel om op te zitten
geen gordijnen om te sluiten
’s Avonds schijnen koplampen
uit alle richtingen dwars door mijn hoofd
alles wordt verlicht maar niks is
langer dan een seconde zichtbaar