zondag 19 april 2020
De American Supremacy Dream dromen
via kickstarter heeft een megalomane elon musklookalike een crowdfunding georganiseerd
om acht mensen met een spaceshuttle naar planetoïde 3834 te sturen
planetoïde 3834 is de saaie alias van planetoïde zappafrank
zappafrank bevindt zich 309,1 à 455,3 miljoen kilometer van de zon
de zon bevindt zich 149,6 miljoen kilometer van de aarde
in astronomische lichtjaren is de gecalculeerde gemiddelde afstand van hier naar zappafrank
fucking ver
in de spaceshuttle zitten 8 m/m/m’en die elk meer geld bezitten
dan de andere 7,7 miljard m/v/x’en op aarde samen
en plots zit ik als verstekeling ook in die spaceshuttle want ja, yolo
het werd tijd dat ik nog eens iets ondernam
de miljardairs dromen hardop de american supremacy dream
de kolonisatie van zappafrank
zappafrank naar frank zappa van frank zappa & the mothers
frank zappa & the mothers van smoke on the water van deep purple
die frank zappa
de frank zappa
frank zappa
maar dan zappafrank
een minuscuul object in een immer uitdijend universum
zou zappa zich ooit hebben afgevraagd wat er zich achter het heelal bevindt
buiten de grenzen van een massa die oneindig is?
en plots besef ik dat als ik bescheiden was, ik al lang verast was
daarom ben ik hier: voor mij is niet the sky maar zappafrank the limit
historisch nieuws: de raket landt op zappafrank
breaking news: het target van de crowdfunding is niet gehaald
de megalomane elon musklookalike heeft beslist het project te staken
de donateurs krijgen hun geld terug, maar alleen op aarde. (altijd de kleine lettertjes lezen.)
plots zijn de 8 miljardairs geen 8 miljardairs meer, geen 8 uitverkoren m/m/m’en meer
louter 8 van de 108 miljard m/v/x’en die ooit hebben geleefd op aarde
de 8 miljardairs zijn virtueel dood en ik ook, maar ach, ik ben hier nu toch
in mijn ruimtepak van zara verlaat ik de raket en zet ik de eerste stappen op zappafrank
neil armstrong zei op de maan: “that’s one small step for man, one giant leap for mankind”
ik zeg op planetoïde zappafrank: “als ik sterf, is het uit nieuwsgierigheid”
maar nu nog niet
zolang ik in leven blijf, blijft het axioma van de onvermijdelijkheid van de dood in stand
ik zal het nooit anders weten
wie wel?
2020
De Gedichtenwedstrijd – voorheen Turing Gedichtenwedstrijd – is dit jaar gewonnen door de Gentse dichter Yannick Van Puymbroeck (1989).
Bijzondere prijs, hoor, want aan dit concours voor zowel prof- als amateurdichters is een geldbedrag van € 10.000 verbonden – alleen het goud al; zilver en brons krijgen respectievelijk € 3.000 en € 1.500. Aan de elfde editie, zo lees ik op de site, doen meer dan tweeduizend dichters mee (84 procent uit Nederland) en die sturen gezamenlijk zo’n 6.500 gedichten in. De jury ontvangt die anoniem, wat betekent dat het gedicht het op eigen houtje moet doen en geen invloed ondervindt van de reputatie – in positieve of negatieve zin – van de inzender.
De beste honderd zijn gebundeld in Een geluk als nieuwe wijn geschonken, een uitgave van Poëziecentrum Gent. Omdat ik de alfabetische opruiming van de poëziestapel vandaag afsluit en was gebleven tot de beginletters na de T, komen Gedichtenwedstrijd noch Turing in aanmerking. Maar de prijswinnaar zelf natuurlijk wel, want in Vlaanderen schaar je Yannick van Puymbroeck onder de P, maar Yanninck Van Puymbroeck onder de V. Vandaar bovenstaande keuze voor het winnende gedicht uit de genoemde Gedichtenwedstrijd-uitgave.
De jury over het met de hoofdprijs bekroonde gedicht:
De American Supremacy Dream dromen is zowel een baldadige ode aan Frank Zappa als een groteske satire op het leven en handelen van techmiljardairs. We volgen in het gedicht een verstekeling die zich aan boord bevindt van een spaceshuttle die onderweg is naar planetoïde 3834 of eigenlijk planetoïde zappafrank. Het ruimtevaartuig wordt bekostigd door een elon musklookalike die daarvoor een gebrekkige crowdfunding heeft opgezet (met voor de dichter en de 8 miljardairs aan boord vrij rampzalige gevolgen). De dichter durft in De American Supremacy Dream dromen stevig buiten de lijntjes te kleuren op het gebied van de taal. Tijdens het juryberaad werd zijn stijl omschreven als een sci fy upgrade van Paul van Ostaijen. De meligheid van Zappa, denk aan albumtitels als Burnt weeny sandwich en Sheik Yerbouti, zijn muzikale virtuositeit en eclectische stijl, zijn nooit ver weg. Het ondergraven van het eigen doel, het heen en weer zwalken tussen flauwiteiten en maatschappijkritiek en de behendigheid in de taal zorgden ervoor dat wij De American Supremacy Dream dromen graag bekronen met de eerste prijs.
Nog drie andere laatste-alfabetletterdichters.
Laurine Verweijen (1981) won in 2016 de tweede prijs van de Turing Gedichtenprijs. Daarna publiceerde zij in literaire tijdschriften, maar pas nu verschijnt haar debuutbundel, getiteld Gasthuis.
Het gekozen motto is van Nadine Gordimer: over dingen die je steeds weer vergeet, terwijl ze telkens terugkeren. De bundel opent met een serie menstruatiegedichten, waarop dat motto zeker van toepassing is:
…toch overvalt het me, warm en nostalgisch, als een
diepe herinnering die zich keer op keer aan mij wil laten
zien, hier bestond ik al, dit ben ik altijd geweest. het is een
moeder, een herhaalherinnering…
Ik kies voor een ander gedicht, waarin het geen-, wel- en nietkind en dus ook de menstruatiecyclus indirect ook een rol spelen:
Kingsize
Je zou geen kind kunnen krijgen,
om het geenkind te leren dat ook die keuze
bestaat, daarvoor zou het wel
een meisje moeten zijn – om het die vrijheid
mee te geven. Als het geenkind een jongen is,
zou je het leren hoe met meisjes om te gaan.
Je zou geen kind kunnen krijgen en het ook aan
andere vrouwen willen laten zien, op het terras,
de werkvloer, wanneer je op vakantie bent.
Anderen zullen eerst denken dat het welkind
bij opa oma slaapt, dat je gescheiden, of nee
het geenkind
komt als allerlaatste.
Je zou keer op keer het nietkind
naar voren schuiven, als de keuze
die je hebt gemaakt en hoe je die
met lege handen draagt.
Ook Meity Völke deed mee aan de Turing Gedichtenwedstrijd en wel vorig jaar. Ze won met het gedicht Onder water, dat deel uitmaakt van Aan het licht, haar debuutbundel. Dat winnen (of, in het geval van Laurine Verweijen, bijna winnen) van die prijs levert, naast dat geldbedrag, bijna altijd een contract op bij een grote uitgeverij.
Ik kies voor een ander gedicht, het sonnet Een dode dichter.
Er werden altijd woorden opgetekend
met knokkels kloppend op de tafelpoot,
zo vijfvoets met mijn hand de daden wrekend,
die waar ik woordeloos tekort in schoot.
Met velen waren zij – hoe ik verloor,
mijn ogen zagen kalm de dingen aan.
Ik zwaaide, zweeg en schree maar door
en steeds had een gemis mijn kleedsel aan.
o, beste lezer doe mij één plezier
en ga naar buiten, snuif de regen op.
Gebeurt het érgens, dan toch nu en hier,
geen pen of woord of zien biedt hartenklop.
Het zijn de daden waar u van kunt leven.
Ik leefde niet. Ik heb alleen geschreven.
De zin mijn ogen zagen kalm de dingen aan verwijst natuurlijk naar Martinus Nijhoffs De Wandelaar, een gedicht uit 1916, dus ruim honderd jaar oud. Maar over honderd jaar zullen we nog steeds zijn poëzie waarderen.
Levina van Winden (1994) daarentegen is een eendagsvlieg en ik begrijp werkelijk niet waarom een gerenommeerde uitgeverij als Atlas Contact haar debuut uitgeeft.
Het achterplat, met ook nog de vermelding dat zij Wijsbegeerte studeerde, is veelbelovend en daarmee oorzaak van mijn aankoop:
Levina van Winden sleept de lezer in Er is een band die rapemachine heet mee in haar opzwepende, ontsluierende poëzie, waarin ze zonder blikken of blozen de meest weerloze delen van de vrouwelijke ik secuur ontleedt. Wie de ogen afwendt, heeft verloren. Met bittere ironie, lyrische tederheid en de moed der wanhoop houdt haar poëzie zich staande in de strijd om dat laatste beetje vrijheid in een wereld zonder toekomst.
Deze rubriek is er om mooie gedichten aan te raken en niet om lelijke door het slijk te halen. Daarom kies ik voor een gedicht uit de bundel dat me wèl aangenaam verraste.
Gefeliciteerd. U bent de vijfde vrouw met
hennahaar die ik vandaag mocht
gadeslaan. Meisje met jarentachtigjas
en jarentachtigtas, chapeau. U bent
bijzonder. Alle andere mensen worden
kunstmatig in leven gehouden door de
rechterlijke macht. Een verbod op
zakmessen, galgenknopen, gevaarlijke objecten
in het algemeen en alles wat niet leuk is
in het bijzonder. Dode dichters. Ketakistjes.
Hier op de spoedeisende psychiatrie
gaan we normaal met elkaar om. We zullen niet
om cynische grappen lachen en geen
zwarte kleren dragen. We zullen slechts één god aanbidden –
onszelf – en hem driemaaldaags een
offer brengen : een foto van onze
latte art, kamerplant en spiegelbeeld.
Op de Tweede Constantijn Huygensstraat
zult u geen aanstekers bij u dragen en
niet praten over politiek. U zult uw geheimen
in het daarvoor aangewezen rooster deponeren.
U legt knopen in uw tissues om u later af te vragen
wat er – net nog! – zo belangrijk was. Dat zagen wij
door de crisiskamercamera. Mevrouw, gaat alles
goed met u? U bent de vijfde vandaag
met een inbewaringstelling.
De compositie van citronelladruppels op uw
lakens is bovengemiddeld
artistiek. Louise, Johanna, Maria,
uw kinderen zijn hongerig.
Uw huis staat in brand. Uw moeder
bakt pannenkoeken met spek. Uw oma
heeft de thuishulp van de trap af gegooid.
We hebben uw erfenis gevonden onder het matras
waar u op bent geboren. We hadden nog zo gezegd
geen wankele kastjes tegen wankele tafeltjes te laten leunen.
Uw Risperidonregime wordt mogelijk gemaakt door
Johnson & Johnson Consumer BV. Er staat een taxi
voor u klaar, u kunt naar huis. Hier tekenen graag –
we hebben uw signaleringsplan in onze computer gezet.
U hoort hier niet, applaus.-
Binnen kantooruren kunt u ons bellen, daarbuiten
zult u zich redden. U bent uzelf,
bravo.