zondag 12 april 2020
i.m. D.W.
De laatste dagen veel van het leven binnengekregen
Door zoveel pijn te hebben geleerd dat dood zijn lang zo gek niet is
Het aan de achterblijvers is de mate van leven
langs levenden te leggen
Te meten wat er overblijft
Ik weet niet of het aan het sombere weer ligt
of aan het feit dat Brel door de kamer drijft
Voir un ami pleurer mij de strot afbijt
of aan de gedachte aan jou
dat mijn hart hard erodeert
Ik vrees verdriet met de impact van een meteoriet
De hamerende leegte die gaat vallen
omdat ik weet dat ik je niet in alle volledigheid kan schetsen
Je alleen in mijn gedichten voortleeft als de taal gevonden wordt
Onverteerbaar zijn de tranen die in banen rond mijn hart gevallen zijn
Onvolledig de herinneringen die ik aan je heb
Je stem, je geur, je manier van zijn
ze liggen als volleerde hinderlaagjagers te wachten
op een teken dat nog komen gaat en ik verwond
verwordt tot prooi
2019
Woensdag 18 september, een paar weken na zijn 44ste verjaardag, wordt advocaat Derk Wiersum voor zijn huis op de Imstenrade in de wijk Buitenveldert doodgeschoten als hij, voordat hij naar zijn kantoor in de Jacob Obrechtstraat fietst, de hond uitlaat. De avond ervoor is hij naar de Champions League-wedstrijd Ajax-Lille geweest, die Ajax met 3-0 won. Hopelijk dacht hij daaraan: het overwicht, aan de doelpunten van Promes, Alvarez en Tagliafico en heeft hij niet geleden.
De reden voor de moord: hij had de moed de kroongetuige bij te staan in een belangrijke strafzaak, want iemand moet het doen. Jawel, hij wist gevaar te lopen, maakte zich zorgen en er moest er snel beveiliging komen. De gevolgen van de moord: deskundigen beschouwen die als de “9/11 van de Nederlandse rechtspraak” en veel strafrechtadvocaten hebben gedacht en sommigen er zelfs naar gehandeld: ik kap ermee.
Tien dagen later, zaterdag 28 september is de uitvaart. In kleine kring. Het Dudok-kwartet speelt Wiersums favoriete muziek, zoals Formidable van Stromae. Maar formidabel zal het nooit meer zijn. Collega’s spreken en ook dichter Lucas Hirsch (1975), een van zijn beste vrienden. Hij leest bovenstaand gedicht.
i.m. D.W. staat boven het gedicht. Dat is natuurlijk Derk Wiersum, wiens naam voluit staat in de opdracht voorin de bundel met dit gedicht. Dat is Hirsch’ vijfde, die zojuist verscheen onder de titel Wu wei eet een ei. In zijn aantekeningen verklaart Hirsch die titel: ‘Wu wei’ is een grondstelling in het taoïsme dat een begrip inhoudt van weten wanneer wel te handelen en wanneer niet te handelen. De letterlijke betekenis van ‘wu wei’ luidt: niet handelen tegen de aard der dingen in. Een onderdeel van het paradoxale begrip ‘wei wu wei’, komt als volgt tot uitdrukking: ‘handelen door niet te handelen.’
Wachten op een teken dat nog komen gaat en ik verwond, verwordt tot prooi voegt zich naar die wijsheid. Net als de drie citaten die hij als motto koos, waaronder dit van Herman de Coninck: De nutteloosheid van poëzie is een protest tegen al wat in deze wereld aan de orde is. Dit is een maatschappij van het hebben. Poëzie behoort tot het rijk van het zijn.
Verdriet direct van je afschrijven, levert vaak niet de beste gedichten op. Dat vind ik ook van het bovenstaande. Niet van een ander in memoriam, dat hij met meer afstand kon schrijven en is gericht aan j.z. Dat is natuurlijk Joost Zwagerman. Prachtregel: ik wist om van het leven te houden moest je de smaak van zuurstof in je longen lekker vinden.
In een hut aan de Baai van Baratti onder een bloedmaan ontwaakt
Op heuveltoppen reten blaffende honden stilte aan stukken
hielden de doden in toom, maanden waakzaam op te staan
Krijtwit licht verlichtte het zicht op wat begraven lag
Ik was de schaduw die ik zag en zocht naar houvast in dit overwicht
Voor me lag ontbloot: Necropolis, een landschap als een dodenakker
Het kwam te biecht maar zwichtte niet
Het wachtte tot mijn ploegende gedachte vruchtbaar was
Ik dacht, de dichter die ik in de aarde heb gelegd
hij slaapt hier aan mijn voeten in dit licht
Om klei en stof tot mens te maken was een wens van levenden
Want ik wist om van het leven te houden moest je
de smaak van zuurstof in je longen lekker vinden
Het was een wakkere gedachte in de nacht
Ik had een dichter in het licht gelegd, voor wie hield ik een wake?
Beiden vochten we die nacht om niet te zijn
maar god wat scheen de zon
Wordt vervolgd.