zondag 15 maart 2020
Contract tussen man en jongen
partijen bij deze overeenkomst
te weten
ik
hierna te noemen
de jongen
mijn aanrander
hierna te noemen
de man
handelingen bij deze overeenkomst
te weten
feitelijke aanranding van de eerbaarheid
hierna te noemen
aanranding
locatie bij deze overeenkomst
te weten
een landschap in Frankrijk
met uitzicht op Mont Saint-Michel
hierna te noemen
het speelveld
in aanmerking nemende
dat de man verklaart nog altijd herinneringen te hebben
aan de hieronder omschreven jongen
dat de jongen verklaart zich de man
voor ogen te kunnen halen
dat de jongen verklaart hiervoor
een prijs te willen betalen
om de band met de man te bezegelen
de man en de jongen constateren dat het speelveld
de juist condities bezit voor de aanranding
welke condities dit zijn wordt vastgesteld
door de man aan de hand van door hem
opgestelde criteria te weten
ligging
hoogte van het gras
comfort
de jongen wordt uitgekozen vanwege navolgende
bijzondere eigenschappen
interesse in kunst
gebruinde vakantiehuid
vertrouwen in de man
de man verbindt zich jegens de ouders van de jongen
een excuus te bedenken voor de verplaatsing van de man
en de jongen naar het speelveld
hierna te noemen
de liefde voor tekenen en schilderen
hierna te formuleren als
zullen we samen de Mont Saint-Michel gaan tekenen?
de man verplicht zich jegens de jongen zorg te dragen
voor passende en behoorlijke behandeling van de jongen
indien partijen van mening verschillen over de vraag
of aan de jongen een dergelijke behandeling wordt onthouden
zal deze vraag aan een door de jongen aan te wijzen
volwassene worden voorgelegd
indien de jongen nalaat om deze vraag voor te leggen
aan een door hem aan te wijzen volwassene
worden de aantijgingen omgezet in vage herinneringen
de aanranding is voor het risico van de man
in de periode tussen de aanranding
en de dood van de man
de jongen wordt overgedragen aan de man
in ongeschonden staat
d.w.z. zonder voorafgaand aan de aanranding
gekust of aangeraakt te zijn
op de manier waarop de man de jongen
wil aanraken en kussen
de man verbindt zich zijn wens
om de jongen aan te raken
en door hem aangeraakt te worden
de jongen te kussen en door hem gekust te worden
als lust en verlangen naar intimiteit te zien
de man verbindt zich de jongen aan te randen
de man verbindt zich de toegeeflijkheid
van de jongen als een combinatie van verwarring
angst interesse en genegenheid te interpreteren
al is de jongen volgens de wet niet in staat
in te stemmen met de handelingen
de jongen verbindt zich zijn toegeeflijkheid
als medeplichtigheid te interpreteren
al is de jongen volgens de wet niet in staat
in te stemmen met de handelingen
de jongen verbindt zich tijdens de aanranding
op te staan uit het gras en het speelveld
rennend te verlaten
de man verbindt zich een geheim onderdeel
van de jongen te worden zoals de jongen
een strafbaar feit wordt voor de man
de jongen verbindt zich de handelingen
in eventuele gesprekken of teksten van zijn hand
met het woord aanranding te benoemen
de jongen verbindt zich de aanranding
in verband te brengen met onderdrukte seksualiteit
agressie jegens vrouwen en angst voor queers
maar nooit als excuus te gebruiken
voor wat hij voelt of doet
de jongen verbindt zich de handelingen
waaronder het kussen van gezicht mond en nek
het strelen van buik benen en haar
het aanraken en strelen van de penis en ballen van de jongen
het aanraken van de penis van de man
nooit van hun feitelijkheid te ontdoen
ook wanneer het een literaire verwerking
van deze handelingen betreft
de jongen verbindt zich zijn bed huis of stad
nooit met het speelveld te vergelijken
de jongen verbindt zich evenwichtig
in zijn stad huis bed te verblijven
de jongen verbindt zich gezond te worden
met uitzondering van wat hij schrijft
te weten tekst
hierna te noemen
het tweede speelveld van de jongen
handtekening man ................................................................
handtekening jongen ................................................................
2020
Volgende week verder lukte niet. Maar een paar weken later wel. Ik neem een grote stap en ben bij de letter G.
Met bovenstaand gedicht opent Nederland in stukken, de derde bundel van dichter-romancier Maarten van der Graaff (1987). Voor zijn debuut, Vluchtautogedichten, (2013) kreeg hij de C. Buddingh’-prijs toegekend, de jaarlijkse poëzieprijs voor het beste debuut; in 2015 is de opvolger, Dood werk (2015), bekroond met de J.C. Bloem-prijs, de tweejaarlijkse poëzieprijs voor de beste tweede bundel van een dichter. Voor de beste derde bundel bestaat geen onderscheiding, maar voor wie die in het leven roept: schenk die wederom aan Van der Graaff.
Van de website van Pluim, zijn uitgeverij:
In 2015 sloot de linkse Utrechtse boekhandel De Rooie Rat zijn deuren. Op de valreep kocht Maarten van der Graaff er oude pamfletten, studies en tijdschriften, uit interesse in de politieke taal uit de jaren zeventig, tachtig en negentig. Van der Graaff ging op zoek naar de verhalen die we vertellen om een ingewikkelde vraag te beantwoorden: wat is Nederland?
Flarden van liedjes, historische teksten, interviews, gedichten en beleidsdocumenten komen samen in deze bundel, om in een gelaagd document de vele mogelijke antwoorden op die vraag bloot te leggen. Tegelijkertijd stuitte hij op de verbrokkelde geschiedenis van de eigen seksualiteit, die in de gedichten sloop. Zo ontstond een bundel vol onderbroken verhalen, waarin de naden tussen de stukken zichtbaar blijven.
Geweldige bundel. Neem alleen al bovenstaand gedicht, te ondertekenen door de partijen bij deze overeenkomst: de jongen en zijn aanrander. Maar wat als het toekomstige slachtoffer tekent en dus niet akkoord gaat? Gaat de aanranding dan niet door? En hoe zit het met de toekomstige dader? Die moet dus al nadenken vóór de daad over zijn motieven en zijn excuus richting de ouders van het slachtoffer? Wil hij daarna nog wel naar het speelveld?
En dat is nog maar het begin van een indrukwekkend spel met vorm (zoals de bladspiegel, ook van het voor- en achterplat) en inhoud – van de wereldgeschiedenis tot de positie van het kwetsbare individu, waarvan bovenstaand gedicht dus ook een sterk voorbeeld is.
Veel minder overweldigend en juist meer-van-hetzelfde – maar dan in positieve zin, want ik houd van zijn, overigens zeer wisselvallige poëzie (lees ook hier en hier en hier en hier en hier) – is de nieuwe bundel van Koenraad Goudeseune, getiteld Vrachtbrief. Van het achterplat:
De Vlaming Koenraad Goudeseune (1965) is een klassieke dichter die niet terugschrikt voor de grote thema’s. In al zijn werk laat hij zijn gedachten over liefde, levenslust, vergankelijkheid en seks de vrije loop. Nieuwe ideeën of originele invalshoeken interesseren hem daarbij ogenschijnlijk niet. Des te meer het bekende zodanig wrang, eerlijk, humorvol of gedesillusioneerd op te dienen, dat het de lezer raakt.
Dit gedicht, getiteld Toerist, vind ik prachtig:
Vandaag, zondag, is alleen een toerist gekomen.
Hij belde aan en vroeg me naar bezienswaardigheden
in een vreemde taal. Een tijdlang was ik sprakeloos
van zijn verzoek, toch liet ik de vreemde binnen.
Het daagde me dat wat hij zocht niet zoveel verschilt
van wat ik zoek en dat we om die reden heel wat
te vertellen hadden. Naar bijzonderheden kon ik hem
niet vragen in zijn taal en die van mij begreep hij niet.
Hij is niet lang gebleven. Dit is het, zei ik. Hier woon ik.
Niemand vroeg me eerder naar de zin, het waarom.
Al kon ik me verstaanbaar maken, te zeggen valt het niet.
Een moment lang was het of we elkaar begrepen
en het een kwestie was van ’t juist jargon. Hij zei nog iets
en nam dan afscheid. Ik ging weer aan mijn tafel zitten.