zondag 09 februari 2020
De zwarte beha die een strandherinnering werd
De bovenbuurvrouw van de voormalige vrachtwagenchauffeur drinkt sherry
Aan de lopende band, haat mannen, en heeft vijf katten
Toch is ze allesbehalve een heks of een cliché
Ik mag haar graag, ze doet mijn was en geeft me kliekjes tandspoelmiddel
Wanneer ze ziet dat ik worstel met mijn gebit – ik worstel vaak met mijn gebit.
Vandaag heeft ze het moeilijk; het is exact vijf jaar geleden
Dat haar ex-man haar de trap op sleurde en haar schedel trachtte in te slaan
Met een strijkijzer of stoomgenerator; hij dacht dat het gelukt was
De bovenbuurvrouw deed alsof ze dood was, haar ex-man zocht nog even
Naar een tweedehandse stacaravan op de computer, at een half blik ravioli
En toen vertrok hij en kon de bovenbuurvrouw eindelijk de ambulance bellen.
Ik wil de bovenbuurvrouw troosten, maar de voormalige vrachtwagenchauffeur zegt:
‘Nee, ik wil nog een kwartier staren naar je nieuwe zwarte beha, hem dan zachtjes losklikken,
Koortsig van je bovenlijf trekken, en spelen met je tepels zoals ik vroeger op het strand
Speelde met de schildpadvormpjes die je moest vullen met hard zand en omkeren.
Als dat goed lukte dan had je de perfecte schildpad met een rug vol gelijke vierkantjes.
De voormalige vrachtwagenchauffeur staart tien tellen naar mijn nieuwe zwarte beha,
Klikt hem met grote moeite en handen bevend van anticipatie en alcoholmisbruik los,
Trekt hem inderdaad koortsig van mijn bovenlijf, en speelt dan met mijn tepels
Zoals elke heteroseksuele man die ik tegenkwam: gelukzalig, onhandig en verward
Terwijl hij zich verliest in mijn tepelhoven denk ik aan de Poolse kassierster
Van de dichtstbijzijnde supermarkt, er wordt beweerd dat ze ’s nachts op pad gaat
Om paarden open te rijten met scalpels en te vullen met okkernoten – als in een sprookje.
De voormalige vrachtwagenchauffeur neemt me mee naar zijn slaapkamer
Hij trekt mijn broek en slipje uit en hapt goudvisachtig naar mijn vagina
Het is niet heel aangenaam, ik stel me voor dat ik ’s nachts in een weide
Naast de Poolse kassierster sta, wanneer ze zich wil botvieren op een bruine merrie
Kom ik tussenbeide, ik word opengereten en opgevuld met okkernoten
Maar de bruine merrie haalt de noten een voor een uit mijn lijf, en ik herrijs.
2019
En wéér kies ik voor werk van Delphine Lecompte, over wie ik onlangs nog schreef (lees hier). Het toeval wil dat het nieuwe nummer van Hollands Maandblad (2020-1) en de cd Wonden en brutaliteit de voorbije week op dezelfde dag in mijn brievenbus lagen. In het tijdschrift drie nieuwe gedichten van Lecompes hand, op de geluidsdrager veertien getoonzette declamaties van haar gedichten.
Tom America (1949) was frontman van de Tilburgse band MAM (1981-1994), die al experimenteerde met de combinatie van taal en muziek. De grootste hit, Ongelofelijk, bestond uit slechts vijf woorden: Het gaat maar door, ongelofelijk! (Kijk en luister hier.)
Oote oote oote
Boe
Oote oote
Oote oote oote boe
Oe oe
Oe oe oote oote oote
A
A a a
Oote a a a
Oote oe oe
Oe oe oe
Oe oe oe oe oe
Oe oe oe oe oe
Oe oe oe oe oe oe oe
Oe oe oe etc.
Oote oote oote
Eh eh euh
Euh euh etc.
Oote oote oote boe
etc.
etc. etc.
Hoe boe hoe boe
Hoe boe hoe boe
B boe
Boe oe oe
Oe oe (etc.)
Oe oe oe oe
etc.
Eh eh euh euh euh
Oo-eh oo-eh o-eh eh eh eh
Ah ach ah ach ach ah a a
Oh ohh ohh hh hhh (etc.)
Hhd d d
Hdd
D d d d da
D dda d dda da
D da d da d da d da d da da
da
Da da demband
Demband demband dembrand dembrandt
Dembrandt Dembrandt Dembrandt
Doe d doe d doe dda doe
Da do do do da do do do
Do do da do deu d
Do do do deu deu doe deu deu
Deu deu deu da dd deu
Deu deu deu deu
Kneu kneu kneu kneu ote kneu eur
Kneu kneu ote kneu eur
Kneu ote ote ote ote ote
Ote ote oote
Ote ote
Boe
Oote oote oote boe
Oote oote boe oote oote oote boe
In 1997 zet hij klankgedichten van Jan Hanlo op muziek, zoals De mus (lees hier en zie hier) en bovenstaand gedicht, getiteld Oote. Sindsdien verwerkt hij uitspraken van personen tot composities. Eerst door Tilburgs-dialectsprekers op te nemen (voor de cd De winter? De winter!, 2000) en later door zinnen van allochtone bewoners uit Tilburg-Noord in zijn muziek te verwerken (cd Noord, 2008).
Daarna nodigt Maastricht Culturele Hoofdstad hem in 2009 uit iets soortgelijks te doen rond alle dialecten van de Euregio, het samenwerkingsverband tussen zo’n honderddertig Nederlandse en Duitse steden. Titel Doezend jaor Naubersjaf.
Weer een jaar later, in 2010, vraagt performer Klaske Oenema hem om samen een voorstelling te maken rond de stemmen van jonge vrouwen uit Europese landen. En op initiatief van Kunststof-presentator Frénk van der Linden maakt hij in 2012 de cd De Kunststof-songs, waarop America fragmenten uit interviews van dit radioprogramma op muziek zet. Met Van der Linden samen maakt hij dan zelfs een theatertoertje, waarvoor hij de dertien cd-stemmen – onder wie die van Jan Fabre en Jan Wolkers – aanvult met uitspraken van Frits Bolkenstein, Louise Fresco en vele anderen. In het boekje bij de nieuwe, Lecompte-cd bevraagt diezelfde Frénk van der Linden America over zijn fascinatie voor haar poëzie.
Vanaf 2000 is America al bezig de stemmen van dichters op te slaan in zijn sampler en op Wonden en brutaliteit staat dus de stem van één dichter centraal: Delphine Lecompte. In een vraaggesprek dat journalist Erik Voermans met hem had voor Het Parool (25 januari), vertelt America dat hij er zes jaar aan heeft gewerkt. Hoe kwam hij bij haar terecht? Ik citeer:
Ik moest zeven jaar geleden optreden op het Tilt-Festival in Tilburg. Na afloop hoorde ik in de wandelgangen dat een Vlaamse dichteres met een rare naam een poetry slam had gewonnen. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Drie weken later moest ze opnieuw in Tilburg optreden, in Paradox, en dat was mijn kans haar te zien, na afloop van haar optreden. Daar was ik bij en ik wist niet wat ik meemaakte. Haar optreden, verschijning, haar stem kwamen ontzettend bij me binnen. Ik voelde zowel een enorme humor, een enorme pijn, een enorme kwetsbaarheid als een enorme professionaliteit. En dan waren er nog die onwaarschijnlijke taalbeheersing en dat prachtige Vlaams. Ik heb haar toen met de auto naar Brugge gebracht, waar ze woont.
Thuis ging ik op internet op zoek naar haar gedichten. Ik vond Freaks en fazanten in De Panne en daar ben ik ongevraagd mee aan de slag gegaan.
Ook dat gedicht is als compositie op de cd te beluisteren.
Mijn grootvader zegt dat ik mijn steak moet snijden
In stukjes die op letters gelijken
Ik gehoorzaam en maak een zin:
DE OS LIKT HET GELAAT VAN DE TIMMERMAN
Ja, het was een grote steak
Ik eet de os en vraag of ik de tafel mag verlaten.
Buiten lokt een tuinman mij in de haag
Met tekeningen van fazanten en een marsepeinen trompet
Ik sla de trompet af maar neem de tekeningen gretig aan
De fazanten zijn dood in de tekeningen
Maar in het echt leven ze ver van stropers en sadistische pubers
Mijn grootvader zegt vaak dat fazanten worden onderschat.
De haag wordt te klein
Wanneer de tuinman zijn gereedschap laat vallen
Ik loop weg en bots tegen een afgedankte mascotte
Ik laat haar liggen en loop verder
Het marktplein is leeggelopen
In een steegje bloedt het hart van de sponzenverkoper
Ik vraag: ‘Wat scheelt er?’
Hij zegt: ‘Het is mijn vrouw. Ze is verliefd op een andere man.’
Ik zeg: ‘Dan moet je verontwaardigd zijn en haar wurgen.’
Hij lache en geeft mij geld om een ijsje te kopen.
Ik koop een bokaal augurken
Voor mijn grootvader die leeft op rum en olijven
Ze hadden geen olijven meer
Mijn grootvader is dankbaar
Hij eet zestien augurken om zichzelf te belonen
En leert me dan aftellen in het Russisch
Het is nog nooit van pas gekomen.
Nog een citaat uit het interview:
Na een paar weken was de demo klaar en die heb ik haar toegestuurd. Ze was erdoor verrukt: ‘Ooh, wat is dit, wat heb je gedaan?’ Maar daarna heeft ze me nog diverse keren vervloekt hoor. Zo begon het.
En waarom het zes jaar duurde: Ik ben gewoon begonnen […]. Ik had verder geen enkel plan. Het was zoals verliefdheid: je duikt erin. Ik kwam er al snel achter dat je bij Delphine ook helemaal geen plan kunt maken, want haar stemmingen wisselen per dag. Geen peil op te trekken. Maar één ding wist ik zeker: dit was schitterend en rijk materiaal, waar ik iets mee moest. Ik voelde me heel dicht bij Lou Reed en John Lennon zitten, want die unieke kwaliteit van gekte en intensiteit, geladenheid heeft haar werk ook.
Tot slot nòg een gedicht dat voor de cd is bewerkt:
Daar gaat mijn vriend
hij is weer eens vrolijk
hij struikelt over de verpakking van een tuinschaar
hij valt op zijn goedige tronie
zijn neus bloedt en hij lacht
want alles is hilarisch en niets is tragisch
behalve de teloorgang van de Vlaamse vechtzucht en de hoge autotaks.
Daar gaat mijn vriend
hij gaat met diabetische voeten en ectropische ogen
ik heb ook moeten opzoeken wat het betekent
en wat het betekent is: nog een beetje potsierlijker zijn in
al je ostentatieve vulgaire sterfelijkheid.
Daar gaat mijn vriend
hij zingt een wijsje over een redelijk venijnig meisje
gelukkig wordt ze gestraft
het is belangrijk dat meisjes worden gestraft wanneer ze
in het gezicht van mannelijke overmoed lachen
dus wordt ze omver gereden door een vrachtwagen die
opblaasbare reptielen vervoert en
haar naam is soms Candy, dan weer Delphine.
Van dit getoonzette gedicht, getiteld Daar gaat mijn vriend, is een filmpje gemaakt. Zie hier.
Zie hier de website van Tom America.
Zie hier de pagina over Delphine Lecompte.