maandag 28 oktober 2019
Mijn oma zou, als ze geboren was in ’80, niet in ’23,
wel geweten hebben hoe het tegenwoordig met de liefde gaat.
Ze zou niet trouwen met de tweede man met wie ze zoende,
ze zou zéker niet als maagd beginnen aan een huwelijk, nee,
ze zou gewoon eens meegaan met een onbekende, na een
leuke nacht ontdekken dat ze blijkbaar zo’n soort meisje was,
dat dit soort dingen kan en prima vindt.
Mijn oma zou dat nog eens doen, en nog een keer.
–
Mijn oma zou ervan genieten, ze zou eerst meedoen met de
grapjes van vriendinnen – haha ja, ik ben een slet, ik ga gewoon
naar bed met wie ik wil – ze zou de vrouwen met relaties graag
en uitgebreid vertellen wat ze deed met wie, en gaandeweg
zou ze bij elke opmerking het juiste antwoord vinden: veel?
O vind je dat? Ik hoop toch dat jij binnen je relatie vaker seks hebt.
Ze zou ontdekken hoe kleinerend vrouwen over vrouwen kunnen doen.
Mijn oma zou zichzelf geen slet meer noemen.
–
Mijn oma zou zo nu en dan verliefd zijn op een man
die weinig van haar wilde, met een ander slapen
puur uit wraak. Soms ook uit gemakzucht, of omdat het makkelijker was
dan uitleggen waarom ze eigenlijk niet wilde. Ze zou drie
vriendschappen met seks verpesten, vrienden worden met een man
met wie ze eerst geslapen had. Ten slotte zou ze leren dat je prima
vrijen kan met wie dan ook, maar zonder liefde maximaal drie keer,
omdat het daarna meestal ingewikkeld wordt.
–
Mijn oma zou natuurlijk wel relaties hebben, maar die gingen
weer voorbij omdat ze nooit genoegen nam met iets wat het
uiteindelijk niet was. Ze zou wel degelijk romantisch zijn, bij
elke afspraak zou ze hopen op de liefde, maar ze zou veel
sneller leren dat de liefde niet hetzelfde is als iemand
die jou nodig heeft, en trouwens, iemand zou haar minder
nodig hebben, het zou niet drie jaar na de oorlog zijn.
–
Mijn oma zou misschien – zij weet dit zeker maar ik
twijfel er nog aan – niet midden in haar huwelijk
ongemakkelijk een keertje voor een ander vallen.
En het zou hoe dan ook niet nodig zijn om later nog
te flirten met de vriendjes van haar dochters,
kleindochters; ze zou tevreden weten dat ze al genoeg
geflirt had, haar man een knipoog geven, in zijn billen knijpen.
–
Mijn oma zou de liefde vinden, aan de late kant, geen tijd
meer voor een zestigjarig huwelijksfeest, geen tijd
om samen op te groeien of vier kinderen te krijgen,
ze zou met een of twee genoegen moeten nemen, nooit
een achterkleinkind leren kennen. Ze zou niet in de auto
zitten met een kleindochter van tweeëndertig.
Mijn oma zou al ruimschoots dood zijn voor ze aan haar
kleinkind vragen kon: hoe gaat dat tegenwoordig met de liefde?
2019
Rosa Schogt (1980). Haar naam kende ik al. Uit de theaterwereld, want zij is acteur en theaterwetenschapper. En uit de poëziewereld, want zij publiceert al sinds 2012 gedichten, onder meer in literaire tijdschriften, terwijl werk van haar is opgenomen in bloemlezingen en in Ellen Dickwitz’ schriftelijke poëziecursus Olijven moet je leren lezen.
Ook die oudere gedichten staan in deze debuutbundel, getiteld Dansen te ontspringen. Van de achterflap:
In haar eerste bundel smijt Rosa Schogt je zonder pardon seks, liefde, dood en theater in het gezicht. Verfrissend. Zinnelijk. Helder. Grappig. Ze ondergraaft gemakkelijke romantiek, schopt je omver met rauwe woorden en ritmisch parlando, om je daarna met lyrische verzen liefdevol overeind te helpen. Ze houdt van de stad, flirt met Odysseus, kijkt of ze in sprookjes kan geloven, komt te laat in het theater en heeft daarna internetseks. Ze maakt zich zorgen om dingen, maar net niet genoeg om er echt wat aan te doen. Maar dan is er altijd nog de poëzie, en dat helpt. Een beetje.
Intrigerende aanbeveling voor poëzie die inderdaad zonder pardon, zinnelijk en rauw is; die een leven - lees één leven, want persoon en personage laten zich niet scheiden - schetst van meisje tot maagd tot minnares - met korte pieken en lange dalen - tot maker tot (toekomstige) moeder en meer. Een verrassend debuut.
Morgen verder.