maandag 21 oktober 2019
Voor een dichter is
zijn eigen leven proeftuin.
Thuis heeft hij zijn laboratorium
van ervaringen.
Hij haalt talloze experimenten
met zichzelf uit
om te ondervinden hoe
hij daarop reageert.
Alles wat hem overkomt
beschouwt hij als grondstof
voor zijn onderzoek.
Hij doet talloze ontdekkingen
en brengt daarvan verslag uit.
Ooit hoopt hij het grote
raadsel op te lossen
maar voorlopig neemt hij genoegen
met enkele aantekeningen
in dichtvorm.
2019
Net als Koen Stattijns (lees hier) dicht ook Hagar Peeters (1972) over het dichterschap. Bovenstaand gedicht staat zowel in als achterop haar nieuwe bundel, getiteld De schrijver is een alleenstaande moeder; het gedicht hieronder is het slotgedicht uit de laatste, gelijknamige afdeling.
De schrijver is een alleenstaande moeder is het eerste deel van een trilogie waarin Hagar Peeters de verhouding tussen haar schrijverschap en haar alleenstaand moederschap onderzoekt. Het tweede deel wordt een roman, het laatste bestaat uit filosofische beschouwingen.
De schrijver is
een alleenstaande
moeder zoals hij
bij zichzelf een woord
opwekt de weeën
weerklinken in hem
als de echo van een ander
hij hoedt het
voedt het binnenwendig
zelf volledig medeplichtig
aan een eenmansgraf
gevangenis van lichaam
kastje tot muur
bureau, leeslamp
schrijfwaar en tikmasjien
de schrijver is
een alleenstaande
moeder zoals hij
en hij alleen dagelijks
opstaat zorg draagt
de wereld buitengesloten
lot dat voortraast zonder hem
aan de zijlijn van de werkelijkheid
graaft naar waarheid naar wat
openbaarheid
hij moet
van zichzelf want
niemand anders
doet het hij kan
die verantwoordelijkheid
voor wat het zijne
tegenover deze wereld
is niet afschuiven in
peignoir achter de half
gesloten gordijnen
Morgen verder.