maandag 22 juli 2019
voor volk en moederland
nederland je gaf mij een dubbele tong
en vruchtbare grond waar ik tuintegels overheen leg
ik zwoer dat ik de hark en spade in de schuur zou laten
maar nu zie ik overal onkruid
straks moet ik nog ondergronds
om het met wortel en tak uit te roeien
nederland ik ben niet tegen je gepolder bestand
je heupen zouden alles kunnen oplossen
maar ze zitten op slot
nederland so what als de grond verzakt onder onze voeten
ik balanceer al jaren tussen hier en de overkant
en zie ze daar niet veel anders doen
er is ruimte op de dansvloer
en er zijn manden van beschaving
waar we samen doorheen kunnen vallen
liefste bankiereklier mijn o vosselijn pass me die kruiwagen aub
er is een schuldberg die we moeten voeden
ik spuug in mijn handen en duw hem
in het zweet jouws aanschijns een mestvaalt op
en bedel gedwee om een hypotheek
nederland je gaf ons en de wereld waterwerken
baggeraars bruggen en bordeeleigenaren die bonnetjes schrijven
waarop ze hun onderneming een brasserie noemen
je bent mijn brea bûter en griene tsiis
my favourite slippery motherfucker ben je
en dat pakken ze ons nooit meer af
nederland ik ga van je vaderland een moederland maken
op de operatietafel met jou en je grote paddenstoel
het mes erin we gaan ruimte maken
ik zeg katsjing tegen je kassa nederland
samen laten wij ons de nagelkaas mooi niet van het brood eten
ik ga je een grote dienst bewijzen door te slapen met een ander
misschien moet leeuwarden je hoofdstad blijven en ga ik vlaanderen bezetten
dat vuurtje tussen ons gaat anders in een klap uit
nederland sluit je bordelen en maak je liefde gratis
pleur een paar bruggen over die middellandse zee en breid je helpdesk uit
ik wil de mensen wel te woord staan
nederland waarom kijk je zo sip
als ik je achterlijke zelfbeeld niet omarm
niemand wil een misogyne homofobe racist genoemd worden
waarom wil jij dat dan zo graag zijn
nederland ik wil nooit je ex zijn
misschien word ik ooit je bruid
2019
Vervolg van gisteren.
Naar aanleiding van bovenstaand gedicht, waarmee Bruinja zich in januari in NRC-Handelsblad voorstelde als de Dichter des Vaderlands 2019-2021, vraagt Monna hem wat zijn eerste taal is. Bruinja:
Het Fries. Hoewel, niet als schrijver. Ik schreef eerder in het Nederlands dan in het Fries. Mijn Friese woordenschat is kleiner dan mijn Nederlandse. Dat komt doordat ik niet in die taal naar school gegaan ben en ik meer in Nederlands heb gelezen dan in het Fries. Maar door ook in mijn moedertaal te gaan schrijven, veranderde er iets in mijn Nederlandse gedichten. Die werden helderder.
Fries ligt dichterbij mijn hart, het zingt meer in m’n hoofd, de klanken worden gevormd op een andere plek in mijn mond, waardoor mijn stem ook anders klinkt als ik Fries lees. Mijn band met taal is emotioneler. Als ik Nynke Laverman hoor zingen, dan raakt me dat fysiek.