dinsdag 16 juli 2019
[Luister hier naar de oorspronkelijke versie, op muziek van Martin van Dijk]
Wie heeft er tegenwoordig nou nog idealen,
wie gaat er nog voor zijn ideeën in de slag,
nu je niet eens je hypotheek meer kunt betalen
en de benzineprijzen stijgen met de dag.
Wie neemt er nog de moeite om zich te verbazen
over de haast waarmee wij naar de bliksem gaan?
Alleen een aantal onverbeterlijke dwazen,
die eisen dat daar nou eens iets aan wordt gedaan
Want je moet gek zijn om te durven blijven dromen
over een maatschappij die toekomstkansen heeft.
Enfin, dus zal het van de gekken moeten komen
of deze wereld ons normaal-zijn overleeft.
Wie maakt er zich nog druk om hongerende landen,
waar zo veel kinderen creperen ieder uur ,
wanneer je bij het warme maal met lange tanden
gehakt moet eten, want een biefstuk wordt te duur?
Wij krimpen in en daarom kan de rest verrekken,
wie vindt dat nou niet redelijk als dat gebeurt?
Alleen een stel naïef-sociaal bewogen gekken,
dat ondanks alles over eerlijk delen zeurt.
Want je moet gek zijn om te durven blijven dromen
over het recht dat ieder mens op voedsel heeft.
Enfin, dus zal het van de gekken moeten komen
of deze wereld ons normaal-zijn overleeft.
Wie durft er toe te geven dat de tijd gaat dringen,
dat alles om ons heen verloedert en bevuilt,
zolang in dode bossen toch nog vogels zingen
en op het wad nog altijd wel een zeehond huilt?
Wie is geïnteresseerd in toekomstpessimisten?
En dat gepieker heeft al sowieso geen zin…
Alleen een zootje maffe Greenpeace-activisten
met rubberbootjes tegen alle stromen in.
Want je moet gek zijn om te durven blijven dromen,
dat menselijke stommiteit zijn grenzen heeft.
Enfin, dus zal het van de gekken moeten komen
of deze wereld ons normaal-zijn overleeft.
Wie heeft er nog het lef een nieuwe boom te poten
of wie begint er nog met liefde aan een kind?
Alleen dat soort niet-klein-te-krijgen idioten
dat weigert om normaal te zijn
en doof…
en blind…
1982
In de versie van Martine Bijl (1990), op nieuwe muziek van Henk van der Molen, luidt het derde couplet:
Wie heeft er nog problemen met die kruisraketten,
terwijl een man als de Minister-President
die dingen rustig in zijn achtertuin wil zetten,
hoewel hij, zegt-ie, de gevaren onderkent?
Wie accepteert niet dat die bom zo straks zal vallen
en vraagt zich hoogstens af wanneer dat dan zal zijn?
Alleen zo'n drie of vier maal honderdduizend mallen
op een novemberdag op het Museumplein.
Voor toelichting: lees hier.