zondag 30 juni 2019
Vervolg van gisteren.
In de stillere tijden
toen geloof nog rankte
schilderde men met goudverf
botticelli liep door florence
zag een raaf op het fresco
van de blauwwitte hemel
verliet fra filippo lippi
schilderde eerst nog venus
tekende prenten bij dante
somber werd zijn penseel
toen savonarola afdaalde
en toornig sprak in florence
in het zonnige toscane;
goud en rood lekte het vuur
toen savonarola brandde
dat was 1498; sindsdien
(goud en zilver keerden niet)
wandelde handel hard
over de wereld; verf richtte
hoven op, richtte macht op
richtte steden en velden op
de bommenwerpers boven
plein 44 in n: el greco
de muur in berlijn: el greco
lood schildert met lood
roet schilderde met roet
(de nieuwe saenredams)
‘goudverf nu uit den boze
Kalkbranderijen maan en raam
- lawaai, lawaai stoelt’
kalkwitte tijd bezocht ons
aanzie ons, botticelli, niet
alle innigheid ging eraan
1990
Ter info:
In de 15e eeuw regeert in Florence de welvarende De Medici-familie, rijk geworden als bankiers van de paus en met een netwerk van banken over heel Europa. De familie heeft een groot hart voor de kunsten en verleent financiële steun aan Michelangelo, Leonardo da Vinci, Domenico Ghirlandaio en anderen, onder wie ook Sandro Botticelli.
Botticelli gaat op voordracht van De Medici’s naar het Vaticaan om te helpen bij de fresco’s voor de Sixtijnse kapel. Daarnaast krijgt hij persoonlijke opdrachten voor het maken van schilderijen voor het buitenhuis van De Medici-familie.
Ondertussen krijgt de Dominicaanse priester Girolamo Savonarola steeds meer aanhang. Die waarschuwt in zijn preken voor het verval van de stad. Hij pleit voor katholieke waarden en ziet kunst en de herwaardering van de klassieken als een gevaar. Na de dood van Lorenzo de Medici, in 1492, raakt de familiedynastie aan het wankelen. Zoon Piero de Medici is een onbekwaam leider. Burgers zien zijn zwakte als bevestiging van het verval waar Savonarola over spreekt, waardoor die een groot deel van Florence aan zijn zijde krijgt. Ook Botticelli behoort inmiddels tot zijn aanhang en de veronderstelling is dat hij bij de grote kunstverbranding uit 1497 zijn eigen werken in het vuur gooit.
De Geboorte van Venus en La Primavera behoren tegenwoordig tot de meest beroemde schilderijen van de Renaissance. Tot 1815 zijn ze onzichtbaar voor het grote publiek, omdat ze in het buitenhuis van de Medici-familie hangen. Alleen daardoor blijven ze gespaard bij de kunstverbranding.