donderdag 06 juni 2019
Waarom ik stop met schrijven
Omdat taal geen beschrijving geeft buiten taal, dus:
omdat taal geen waarheidswaarde heeft buiten zichzelf.
Zie MacNeices tautologie: Man is man, vrouw is vrouw
en wereld wereld. Klopt niet.
Woorden knechten (m/v), woorden scheiden wat samengaat;
woorden houden bij elkaar wat anders zijn wil/moet.
De scherpe knars van het hakblok:
ook wie de steel schuin afsnijdt, knakt de bloem.
Omdat taal een spel is dat zichzelf uitdeelt,
op zoek naar een grote straat,
omdat het woord wortels zoekt maar nooit kan aarden,
rondloopt op onze benen.
Omdat het woord als wind om het huis huilt maar
nooit in de kamer komt. Omdat taal lucht is
in verwarmingsbuizen, tikt
maar nooit dichterbij komt. Dichterbij. Beperkt verwarmt.
Omdat, simpel gezegd, ik er niet uit kom,
ook hier niet, niet nu.
2019
Ik ken Philip Huff (1984) als auteur van romans (waaronder Niemand in de stad), verhalen en essays. En in 2017 publiceerde hij twee prachtig vertaalde gedichten van Sylvia Plath en Robert Bringhurst in Hollands Maandblad. (Huff woont in al lang in New York en is dus ook het Engels extra goed machtig.) Maar eigen gedichten…
In het nieuwste nummer (2019/1) van HET LIEGEND KONIJN. Tijdschrift voor hedendaagse Nederlandse poëzie lezen we er zeven, waaronder het bovenstaande, dat me intrigeert. Alleen al door de titel, want na zijn drie romans (2009, 2012 en 2014) en een verhalenbundel (2013) en essayboek (2015) schreef hij nog wel veelvuldig voor tijdschriften, maar verscheen er geen nieuw werk van hem. Als je dan deze titel leest…
Ook een essay, maar dan in poëzie gegoten. Haast op zijn Kouwenaars. Zeer intrigerend. Over de beperking van het woord. Precies de reden waarom elke schrijver steeds weer naar nieuwe openingen blijft zoeken. En dus ook waarom Philip Huff doorgaat met schrijven, ook al komt hij er niet uit, […] niet nu…