zaterdag 06 april 2019
[Vervolg van gisteren.]
Mijn dagen verstrijken,
zij verstrijken als de wind.
Zij verstrijken in de migratie,
in de sneeuw en in de plensregen.
O duif, o duif,
neem, wanneer je heenvliegt,
een brief mee voor een meisje
dat je zult ontmoeten op je route.
Lees hem voor aan de bergen en
aan de zeeën die je zult oversteken.
Lees hem voor aan de rivieren en aan de bron
wanneer je neerdaalt om te drinken.
Lees hem voor aan mijn beminde!
Vraag haar: 'Maak je het goed?'
Zeg haar: 'Nog steeds koster ik in mijn hart
jouw liefde, teder en zoet,
als de klaproos, gewassen in de ochtenddauw.
Je fladderde als een vlinder en streek neer in mijn hart.
Je bent schoon als het maanlicht van mijn nachten.
Je bent de zon boven de graanvelden.
Jij wandelt als de zomerbries boven de zee.
Ik hou van je
hoe je je haren wast onder de klaterende waterval.
Nog steeds koester ik in mijn hart
jouw liefde, teder en zoet,
zoals ook het samen maaien van het gras op de velden
En de izrandie jij aan mij hebt gewijd,
en je lange haren, wapperend in de wind.’
O duif, o duif,
neem wanneer je heenvliegt,
een brief mee voor een meisje
dat je zult ontmoeten op je route.
1994
De mooiste gedichten komen van Mimoun el Walid (1959). Afkomstig uit het kustplaatsje Aït Sidel. Dichter en zanger en wel de grootste die de Rif heeft voortgebracht.
Hij nam vanaf zijn vroege jeugd deel aan protesten voor een beter bestaan in Marokko. Hij kreeg gevangenisstraf en werd gemarteld, maar hij zweeg niet.
Hij woont nu in Brussel, waar hij een teruggetrokken bestaan leidt. Zijn enige werk in het Nederlands is Reikend naar het licht, in 1994 uitgegeven in vertaling en onder redactie van Roel Otten. Daaruit komt bovenstaand gedicht en ook Donder:
Bouwt maar uw paleizen
op onze ruggen
uit onze tranen
met onze zweet!
Donder verhef je stem
Rolt, golven,
Wel op uit de diepte!
O wind, o wolken!
Waar ben je, mijn hart?
Ik besta niet
ik ben een schaduw,
Ik word verbrand,
Niemand kijkt naar mij om.
Graaf maar graven [*]
bedek ze maar met aarde.
De namen zullen levend blijven!
Wij zijn rotsen
zie maar eens hoeveel je er klein kunt krijgen met jullie houwelen
Wij zijn met duizenden
zie maar eens hoeveel van ons je kunt arresteren.
De bloem is gevallen [**]
vertrapt hebben zij haar.
De vogel heeft haar legsel niet uitgebroed
ze hebben mijn nest leeggeroofd!
De zon is ondergegaan.
Zij heeft haar draden ingehaald.
De duisternis komt op
de sterren vangen aan te gloeien.
De sluitsteen wordt van de holen weggenomen
de wilde dieren steken hun nekken naar buiten.
Mensen, dorsen jullie maar lekker buiten de dorsvloer!
Zie, die wilde dieren hebben de oogst geroofd.
Jullie mogen je tegoed doen aan de theebladeren,
je te rusten leggen op de kale stenen.
Donder, zing!
[*]
Verwijzing naar de massagraven met studenten die in vanaf halverwege de jaren zeventig in opstand kwamen.
[**]
Met de bloem is gevallen doelt hij natuurlijk op de bloem van de Marokkaanse natie: de jeugd die de toekomst had, maar bij de ongeregeldheden omkwam.