dinsdag 05 februari 2019
[Kijk en luister hier.]
De olielamp
De olielamp slingert over het blanco papier
En de maan door de patrijspoort licht op in het schuim van zijn bier
Hij wil haar best schrijven zoals iedere keer
Van je ooit zal m’n liefste, maar hij gelooft het niet meer
Het Is eigenlijk alleen maar steeds verder gegaan
En hij raakt steeds verder van huis
Dit schip, het nam hem bij haar vandaan
Maar dit schip brengt hem nooit meer thuis
Ooit waren zij twee kleine kinderen in een dorp ver van hier
Eén bakker, één slager en één kruidenier
Eén kerk, één begraafplaats en zij met z’n twee
En waar ze ook lopen, de aarde draait mee
Maar opeens zijn ze veertien en zweert hij haar trouw
Een kind nog, een jochie, zij is al een vrouw
Hij houdt zich groot met jenever, met hasjiesj en bier
En de bakker, de slager en de kruidenier
Wisten allang dat het alleen maar steeds verder zou gaan
En hij raakte steeds verder van huis
Dit schip, het nam hem bij haar vandaan
Maar dat schip brengt hem nooit meer thuis.
De kroeg, het casino, maar het verval begon pas
Toen de kruidenier plots de supermarkt was
Alles moest voorwaarts, hij zat aan de grond
Maar zij bleef hem kussen op zijn van wijn rode mond
Want zij was de vrede en met alle geweld
Zou hij z’n schulden betalen, de zee op voor geld
En als hij dan terugkwam, dan werd zij zijn vrouw
Van je echte idylle, van je ik hou
Maar de olielamp slingert over een golf van verdriet
En hij kan haar best schrijven, maar terug komt-ie niet
Omdat hij in iedere haven, omdat hij iedere nacht
Weer blut en bezopen in z’n kooi stapt en wacht
Tot zij, zoals toen, op de kade zou staan
En zij zwaait geen vaarwel, maar kom hier
En hij loopt er de plank af in haar armen en lacht
Naar de bakker, de slager en die man van de supermarkt
1995
Voor toelichting: lees hier.