Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 3 - 25. Willem Wilmink: Het meisje spreekt

vrijdag 25 januari 2019

Beluister hier: 
Wieteke van Dort (1975)


Toen ik voor het eerst die dingen hoorde
was ik dertien of veertien jaar,
zag op weg naar school de mensen op straat
en dacht: die zijn naar bed geweest
met elkaar.

Maar geen spoor van avontuur
en geen spoor van licht
in hun hele postuur,
in hun hele gezicht.

De eerste keer van mezelf
ben ik bij dageraad voor het raam gaan staan,
en het licht van de zon bescheen
een schoorsteen, een plat met kiezelsteen,
en ik zag daar mijn leven van jongs af aan.

Ik heb het ook weleens gedaan
alleen maar voor de gezelligheid,
dat heette dan dat je werd verleid.
En als je dan ’s morgens koffie maakt
kan geen van de twee het zwijgen verbreken
en je voelt je op straat nog naakt.

Laatst heb ik een muur aangeraakt
op een zomerse avond. Hij was warm.
Toen legde ik mijn hoofd op mijn arm,
en het was of ik weer dat kind zijn zou,
als ik maar aftelde: zes, negen, tien,
als ik maar riep: wie niet weg is is gezien.

Misschien was dat het, waar ik om griende,
vroeg in de morgen, bij jou.

1965


Willem Wilmink: De laatste twee regels heb ik later geschrapt, op aanraden van Harry Bannink. 
Voor verdere toelichting: zie onder meer hier.

Archief 2019