woensdag 02 januari 2019
Plezierpoëten, houd dit in gedachten:
Heinz Polzer gaf uw werk een fundament.
Vanaf uw schooltijd werd u ingeprent
Dat als u rijmt, u nog geen dichter bent.
Van rederijkers moest u niets verwachten,
De Versvorm was de vijand van de Vent.
Een echt gedicht moest suizelen en smachten
En als het even kon, het rijm verkrachten
Of anderszins op Gorter zijn geënt.
Plezierpoëten, houd dit in gedachten!
Toch waren er wel, die de moed opbrachten
Om zich te keren tegen schijntalent.
Heinz Polzer leerde jongere geslachten
Subtiele vormbeheersing hoog te achten
En reken maar, dat hij de kneepjes kent.
De bard, om wie de versgeleerden lachten
Werd dé light verse-expert en rijmdocent.
Of deelt u niet mijn mening hieromtrent?
Heinz Polzer gaf uw werk een fundament,
Plezierpoëten, houd dit in gedachten!
1984
Vervolg van gisteren.
Ik citeer Jaap Bakker, redacteur en een van de auteurs van het Drs. P Jaar- en Bewaarboek. Hij schreef het hoofdstuk Prins der plezierdichters:
Voor mij is Drs. P behalve liedjesmaker en schrijver toch vooral de geestelijke vader van het plezierdichten. In 1979 bracht hij een boek uit met die titel en dat boek heeft mijn leven veranderd. […] Het overkomt je niet zo vaak dat je een uitgave tegenkomt waarvan je vrijwel onmiddellijk weet: dit is voor mij geschreven! Ik was op dat moment al tien jaar in de weer met het maken van liedjes voor school- en studentencabarets. Plezierdichten vormde voor mij de ideale vakliteratuur. De gedecideerde toon, de geestige voorbeelden, het assortiment van rijmschema’s en versvormen: ik vond het allemaal reuze inspirerend.
Plezierdichten bevatte ook een hoofdstuk over rijmwoordenboeken, waarin Drs. P de deplorabele kwaliteit van de toen verkrijgbare naslagwerken aan de kaak stelde. Die verhandeling prikkelde mij tot het nadenken over alternatieven, een exercitie die uiteindelijk leidde tot het Nederlands Rijmwoordenboek, verschenen in 1986.
In de voorbereidingsfase heb ik met enige regelmaat met Drs. P gecorrespondeerd over de opzet van het boek. En toen ik ging publiceren over poëtische techniek was het verstheoretische werk van Drs. P het vanzelfsprekende baken. Plezierdichten, zo besefte ik, is meer dan een beetje pretentieloze grappenmakerij op rijm, het is een geestelijke activiteit met een historische en esthetische basis, een basis die Drs. P uitvoerig en grondig heeft beschreven. Dat besef heb ik onder woorden gebracht in dit e-rondeel [*] ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag.
[*]
Refreindicht, bedacht door Jaap Bakker, die uitging van het grondtal in John Napiers logaritmentafel: twee rijmklanken die symmetrisch zijn, zodat de laatste tweeregelige strofe de eerste spiegelt. Het metrum is vrij. a en b zijn mannelijk en vrouwelijk. Aantal regels: 2 + 7 + 1 + 8 + 2. Rijmschema: AB bbabaab A abaababb BA. [FV]
Wordt vervolgd!