Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 47 - Katinka Polderman: Kunst

donderdag 29 november 2018

Publiciteitsfoto 2018



Zo’n Herman Brood dat is misschien een beetje raar om te zien
Maar schilderen dat kon hij wel
Daar gaat het om, toch. Ja, dat vind ik wel
Dat vind ik nou kunst!

Maar als je dat soms ziet in het theater zoals van de week
Weer die van Romeo en Julia die ene Shakespeare
Nou daar staat er dus zo’n moeilijke acteur zo bloot en zonder kleren
Je kon z’n pielemoos zo zien, een half uur te ornaneneren
Nou dat is toch niet zo als het in het echte leven gaat
’t Zou een mooie worden al die blote mensen zo op straat
En geen normaal gesprek te voeren iedereen die lult maar door
Met rare woorden die of niemand kent
Nou ja, daar dank ik voor
Dat vind ik geen kunst!
Zeker Atheneum gehad  
Dat vind ik geen kunst!

En dan gedichten als ’t rijmt en iedereen die snapt het nie
Dan doe je ’t in een boekie en je noemt ’t hoge poëzie
Dan schrijf je stoelpootmaar bedoel je soepen dat is amfibie
En maar intellectueel doen, nou, voor mij hoeft dat dus nie
Als ik soep wil in een restaurant, bestel ik toch ook geen stoelpoot
Dan bestel ik soep, want ik wil soep. Ik wil soep, geen stoelpoot
Dat is lekker voor zo’n ober, als iedereen maar wat bestelt
En hij brengt steeds ’t verkeerde, jaaaa
Dat vind ik geen kunst!
Zeker Atheneum gehad  
Dat vind ik geen kunst!

En dan ballet heet tegenwoordig geen ballet maar choreofie
Met heel veel vaag klaretgetoeter en echt dansen dat hoeft ook nie
Met af en toe dan wappert iemand met z’n buik of met z’n been
D’r valt eens iemand op de grond, d’r maait eens iemand om zich heen
Ik vind dat spotten met een ziekte, nou dat moet je toch niet willen
Stel nou dat je elepsie hebt, dan leg je daar te trillen
Word je wakker staat het vol met mensen die staan te applaudisseren
Dachten ze van nou die ligt daar mooi te choreoferen
Dat vind ik geen kunst!
Zeker Atheneum gehad  
Dat vind ik geen kunst!

Maar die ene met die baard daar heb ik zegels voor gespaard
Van die borden van Calvé met vogels volgens mij heet ‘ie Corné of zo
Kijk, dat vind ik nou kunst!
Maar ga eens kijken in een galerij waar of zo’n bord verkocht wordt
Honderdduizend euro voor precies hetzelfde bord
En mokken zijn een ton. Ik heb het zelf gezien. ’t Is van de gekken. 
Ik ben ook maar van het volk dus dat kan Bruintje Beer niet trekken
Nou dan vreet ik maar wat extra mayonaise. Leve de Calvé
Want een gewone man heb recht op bordjes van Corné
Dat vind ik nou kunst!

2005


Een van de hints voor de antwoorden in de kruiswoordpuzzel die Katinka Polderman afdrukt in haar programmaflyer: Met hem was Polderman tot zijn overlijden een duo. Ook zonder te zien dat het op een naam van vijf letters gaat, is er maar één antwoord mogelijk: Busje.

In de opname van bovenstaand lied uit haar debuutprogramma – zie hier – is hij er nog bij. Hij liep mee het podium op, wachtte tot zij haar gitaar had gepakt en vleide zich in haar openstaande gitaarkoffer. In het slotapplaus stond hij op om met Katinka applaus te halen. 
Toen zij in haar tweede programma vlak voor het slot een confettikanon liet afgaan, schrok Busje daar de eerste keer zo van dat hij besloot gedurende alle voorstellingen één minuut voor die knal naar de kleedkamer te vertrekken en pas in het slotapplaus terug te keren.

Ach, Bart, Katinka, Busje… Bart was hoofd techniek van mijn Koningstheater en Busje zijn hond. Katinka kwam studeren aan onze Koningstheateracademie, werd verliefd op Bart (en Busje) en jarenlang vormden zij een trio, zowel privé als zakelijk, want Bart deed ook de techniek van haar voorstelling en Busje trad dus mee op. Toen Katinka en Bart uit elkaar gingen, bleef Busje bij haar. 

We zijn inmiddels 13 jaar verder, maar Katinka woont nog steeds in Den Bosch en gaat er steevast in première. Zoals gisteravond, want ik schrijf dit niet in november, maar op 16 december. Polderman draagt een steentje bij – haar zevende – is weer zo’n typisch Polderman-programma: vol onderkoelde humor over mens en maatschappij (en vooral zichzelf, steevast in een buitenbeentjesrol) en met prachtige literaire liedjes, die ook zonder gitaarmuziek prima passen in deze rubriek. Dat zij daar niet eerder in voorkwam, ligt niet aan haar. 

Archief 2018