Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 46 - Jean-Louis Pisuisse: De Franse Gouvernante

dinsdag 20 november 2018

Beluister hier: Jean-Louis Pisuisse (opname 1913)

‘n Grote stad, ‘n stille gracht  
‘n Deftig huis met horren  
‘n Liverei-knecht, ‘t is ‘n pracht  
Met bakkebaard, geen snorren  
Die staat te buigen voor de deur  
En uit de vigelante  
Stapt met ‘n lachje en ‘n kleur  
De Franse gouvernante  

Mevrouw ontvangt haar in ‘t kantoor  
Mam’sell’ maakt ‘reverence’  
Mama stelt haar de meisjes voor:  
Mimi, Fifi, Hortense  
Papa reikt haar heel distrait de hand  
Maar achter zijn couranten  
Denkt hij: ze is werkelijk ravissant 
Die Franse gouvernante  

Tussen het slaapvertrek der juf  
En het boudoir der meisjes  
Daar zingt de oudste zoon, student  
Sentimentele wijsjes  
Er klinkt verliefdheid in de stem  
Van Wim, de elegante 
Niet voor de zusjes, maar voor hem  
Is de Franse gouvernante  

Als straks Mam’sell’ zich toiletteert  
Staan Frans en Fritsje buiten  
De tweelingen, die door ‘t sleutelgat  
De Marseillaise fluiten  
De Vrouw is reeds het zwakke punt  
Voor deze jonge kwanten 
En strakjes spelen ze kruis of munt  
Om de Franse gouvernante  

En d’ and’re morgen aan ‘t ontbijt  
Mam’sell’ die is nog boven  
Dan komen de jonge meisjes los  
“O, ma! U kunt ‘t niet geloven  
Zij draagt ‘n onderrok van zij  
En ‘n, weet-u-wel met kanten  
En ‘n opengewerkte nachtjapon  
De Franse gouvernante  

En als ze ‘r bad genomen heeft  
Dan parfumeert ze ‘r armen
Haar schouders en haar hele hals  
Met ‘violette-de-parme’”  
Papa zegt: “‘Zulke praatjes zijn  
Unladylike, gênante…”  
Maar ondertussen denkt-ie: fijn  
Zo’n Franse gouvernante  

En Wim en Frans en Frederik  
Die zitten erbij te gnuiven  
En ieder denkt: als ‘t lukt zal ik  
M’ eens op mam’selle fuiven  
Kortom, het hele huis loopt dol  
Op de geestige, pikante  
Modieuze en verleidelijke  
Franse gouvernante  

‘n Deftig huis, dus half elf  
Dan zijn de lui naar bed en  
Dan laat een rolgordijn je zien 
De raarste silhouetten  
Soms is ‘t papa en soms is ‘t Wim  
Ook Frits en Frans zijn klanten  
Maar altijd is de and’re schim  
De Franse gouvernante

1910


Nog zo’n boek dat op meerdere plaatsen in de boekenkasten kan komen te staan: bij de G (auteursnaam), bij de Z (boektitel) of bij de O (thema). Ik legde het apart omdat ik een paar dagen eerder een intrigerende foto zag van Max Blokzijl, de componist van bovenstaand lied. (Zie hier.) Ik wilde het register raadplegen om te weten of hij in dit boek voorkomt. Ja, natuurlijk.

Max Blokzijl (1884-1946) was journalist bij het Algemeen Handelsblad en werkte van 1907 tot 1913 samen met zijn collega Jean-Louis Pisuisse, zowel schrijvend (reportages, liedteksten en composities) als zingend. 
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij, behalve pianist van de inmiddels doorgebroken cabaretier-chansonnier Jean-Louis Pissuise, oorlogscorrespondent. Pas in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog raakte hij in de ban van het Nationaal-Socialisme. Vanaf 1941 verzorgde hij, inmiddels Hoofd Perswezen van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten, een wekelijkse column voor de radio en gold daarmee als stem van het Nederlandse Nationaal-Socialisme.

Na de oorlog werd hij meteen gearresteerd. De tenlastelegging: de beschuldiging dat hij gedurende de bezettingsjaren opzettelijk in het openbaar propaganda had gevoerd die gericht was op het breken van het geestelijk verzet van het Nederlandse volk en het ontrouw doen worden van dat volk aan de gemeenschappelijke geallieerde zaak. Op grond van passages uit zijn radiopraatjes werd hij september 1945 ter dood veroordeeld en maart 1946 geëxecuteerd.

Archief 2018