donderdag 27 september 2018
Zo makkelijk als verdwijnen voor de enen gaat,
oplichtend tussen zoveel beelden,
een blik die aan een beeldscherm klit
en dan wegzinkt
twee vissen in een vaas
die erin zullen stikken –
terwijl anderen, die langzaam
in de stilte van verbijten blijven kijken,
met het zuur van onmogelijk
te helen weg-zijn ons
aankleven en blijven bijten –
Dante, bezwijmend in de hel,
de grond onder zijn voeten
heet van het onmogelijk vergeten,
of Orpheus’ meisje dat zich,
na de blik die ze verlangde,
omdraaait en de weg terugloopt,
gehoorzaam, zonder een woord.
2018
Onder het gedicht staat: + Benedetta Podesta, april 2017. En bij de aantekeningen: het Genovese meisje Benedetta Podesta werd, achttien jaar oud, eind april 2017 levenloos gevonden op haar Londense kamer. Haar dood bleef onopgehelderd. Wat overbleef was een foto van een meisje met stralende ogen, zwervend op internet.
Dat zal deze foto zijn:
Het gedicht staat in Onder een koperen hemel, de nieuwe gedichtenbundel van Stefan Hertmans. Het verschijnen van nieuw werk van Hertmans – ook romancier (zoals van Oorlog en terpentijn), essayist en toneelschrijver – is altijd een belevenis, omdat je weet dat het doorgronden ervan veel van je zal vergen aan fantasie en aan feitenkennis – zowel ten aanzien van cultuur in het algemeen als, in dit geval, de poëzie in het bijzonder. De achterkant heeft het, zonder overdrijven, over een unieke, intieme stem, die klinkt in zijn onbeschroomde keuze voor schoonheid in troebele tijden.
Ik kwam nog niet verder dan bladerend kennismaken met de inhoudsopgave en de aantekeningen en het me weer eigen maken van die bijzondere stem.