Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

LET OP: DEZE RUBRIEK IS IN HET VOORJAAR VAN 2025 BEËINDIGD; ALLE BIJDRAGEN VAN
2016 EN 2025 ZIJN INMIDDELS VERWIJDERD, EVENALS EEN DEEL VAN DIE VAN 2017 en 2024.
IN FEBRUARI EN MAART VERDWIJNEN, STUKJE BIJ BEETJE, ALLE NU NOG BESCHIKBARE AFLEVERINGEN, OOK VAN DE ANDERE JAARGANGEN.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 2018 en 2017.

Week 37 - Tom Lanoye: Lofzang op...

woensdag 19 september 2018

Lofzang op gedoemde jonge gasten

Welk klokgelui betaamt voor wie vergaan als dieren?
Alleen het monsterlijke woeden van mortieren.
Of neen, alleen de ratel van een mitraillette –
Geen mens raffelt zo schoon een laatste schietgebed.

Voor hen geen bel of toeters, krans of kerkhofblom.
Geen treurmuziek – tenzij stampij van die orkesten
Die slechts bestaan uit slagwerk van kartets en bom
En bugels, jankend over droevige gewesten.

Waar brandt hun kaars? De vlam die hun ten afscheid heet?
Niet in de hand van jonge broertjes. In hun ógen
Laat nooit het vuur dat hen gedenken zal zich doven.

De bleekheid van verloofdes dient hun lijk tot kleed.
Eén bloem: de tedere berusting der beminden.
En elke schemering: het luiken van de blinden.

2001


Oorspronkelijk van Wilfred Owen (1893-1918).
Voor toelichting zie hier. 

Archief 2018