zaterdag 01 september 2018
In het huis
de zoete stank van oude kranten
en in alle kamers
sporen van bedorven liefde.
Hij loopt de krakende trappen op
deuren staan open
een oud overhemd
hangt nog over een stoffige stoel
kinderpantoffels met gaten in de zool
boeken die te lang hebben gelegen
om ze nog mee te nemen
schimmel op borden
en de manke poes voorgoed verdwenen.
Het regent in het stadspark
waar hij wandelde met z’n kinderen
hij voelt de bitse wind van vroeger
als hij ze naar school bracht.
Ze lachten toen veel
en waren tevreden met kleine dingen.
Deuren staan open
en gaan nooit meer dicht.
1994
Ik gaf, anders dan ik beloofde, nog maar weinig aandacht aan Campert kiest, de bundel met de poëziecolumns die Remco Campert van september 2016 tot februari 2018 schreef voor de Volkskrant. Alleen in dit logboek schreef ik erover.
Vanochtend zat ik weer wat te bladeren en las bovenstaand gedicht van Remco Campert zelf. Zijn eigen commentaar:
Eens woonde ik een paar jaar in Antwerpen. Door omstandigheden gedwongen keerde ik terug naar Amsterdam. Ik nam afscheid van mijn Huis in Antwerpen.
Wat door omstandigheden gedwongen betekent, is duidelijk: de liefde is bedorven. Niks positiefs meer om te herinneren: stinkende kranten, krakende trappen, oude kleren, stoffige stoelen, versleten schoenen, belegen boeken, beschimmelde borden, vermiste dieren… En dan regent en waait het ook nog eens in stadspark Middelheim, waar hij wandelde met z’n kinderen als hij ze naar school bracht. Ze lachten toen veel en waren tevreden met kleine dingen. Maar die zinnen staan in de verleden tijd.