maandag 30 juli 2018
Ik mis je achter op de fiets,
ik mis je in de trein.
Ik mis je bij de H & M
en bij de Albert Heijn.
Ik mis je onder rekenen,
ik mis je onder lezen.
Ik mis je in de winter,
bij het voeren van de mezen.
Ik mis je als ik jarig ben
en als de oma’s komen.
Ik mis je als ik wakker lig,
ik mis je in mijn dromen.
Ik mis je zonder woorden,
elke dag en elke nacht.
Ik mis je als ik grapjes maak
en niemand om me lacht.
Ik mis je in de kamer,
als ik naar je foto kijk.
Ik mis je als we – ik en papa -
fietsen op de dijk.
Ik mis je op vakantie,
in ons huisje op de hei
en als we door de regen lopen
zonder jou erbij.
Ik mis je elke dag opnieuw
wanneer ik wakker word.
Ik mis je schoenen in de gang,
je beker naast je bord.
Ik mis jouw tandenborstel
naast de mijne in het glas.
Ik mis je voeten op de trap.
Ik mis je blauwe jas.
Ik mis jouw kleren in de kast,
je broeken en je truien.
Ik mis je geur, ik mis je stem,
ik mis je boze buien.
Ik mis je bij je graf
als ik je naam zie op de steen.
Ik mis je als ik samen ben
met papa, en alleen.
Ik mis je als ik ijsjes eet,
en appels en bananen.
Ik miss je als ik huilen moet,
ik mis je zonder tranen.
Ik mis je als je jarig was
en iedereen er is.
Ik mis je als ik eventjes
niet merk dat ik je mis.
Ik mis je als ik keelpijn heb,
ik mis je als ik val.
Ik mis je nergens echt het ergst,
maar altijd overal.
2014
Net als gisteren een keuze uit dat prachtige troostboek Doodgewoon. Zeker niet het beste gedicht, maar ik kies het omdat juist zulke gedichten zo troostrijk zijn voor kinderen. Poëzie voor volwassenen is het sterkst wanneer er met weinig woorden veel wordt gezegd; gedichten voor kinderen zijn gediend bij het benoemen van zo veel mogelijk stemmingen waarin zij zich herkennen. Daarom denk ik niet dat onderstaand gedicht de favoriet is van kinderen, maar voor mij is Moederdag het mooiste uit de bundel:
Opeens is het weer bijna Moederdag.
Dan maken we op school een fotolijstje,
of bloemen van gekleurd papier,
of klerenhangers voor de sier.
Gelukkig is er nog een ander meisje
dat aan de meester vraagt of ze iets anders maken mag.
De meester knikt.
Het is weer bijna dodemoederdag.