zondag 17 juni 2018
De avond na mijn dood
Komen mijn dubbelgangers samen om te drinken
Een teveel aan stoelen wordt weer weggezet
De fles gaat een paar keer rond tegen de klok in
Roekeloos groeien mijn dubbelgangers in hun rol
Ze oefenen mijn loopje en halfslappe handdruk
Ze experimenteren met mijn twijfelachtige seksualiteit
Ze laten schertsend mijn accent over hun tongen rollen
Ik leef in iedereen een beetje
Mijn dubbelganger die ik in geen jaren zag neemt het hoogste woord
Die keer dat ik mijn mond bewoog en loog
Maar achter mij dubbelganger nr. 5 die praatjes maakte
Dubbelganger nr. 7 vond me al zo mager
En had me aangeraden hamburger na hamburger na hamburger te eten
Wie nog lidgeld van het Internationaal Genootschap der Officiële
Dubbelgangers van Inghels moet betalen zwijgt
Iedereen houdt zich kranig het is ontroerend om te zien
Hoe gevoelens worden gespiekt bij elkaar
Er loopt één traan
Maar dat is uiteraard de schuld van een stofje
De zakdoek gaat een paar keer rond tegen de klok in
De zon gaat tergend langzaam onder
Mijn dubbelgangers trekken mijn huis als een handschoen aan
Dubbelganger nr. 2 jat een dierbaar boek en stopt het onder haar trui
Niemand ziet mij in het gat in de kast
Er wordt samengelegd voor een goedkope kist
Het is me duidelijk dat mijn dubbelgangers net zo gemeen en arm zijn
als ik
De laatste dubbelganger doet de deur dicht
Van mijn huis dat nu een andere ademhaling heeft
2018
Marten lnghels (1988) was van 2016 tot 2018 stadsdichter van Antwerpen en dat heeft Antwerpen geweten! In zijn sensationele bundel Contact lezen en zien we zijn dichterlijke avonturen.
Is Contact een gedichtenbundel? Ook, maar de 336 pagina’s dikke uitgave bevat voor driekwart ander werk, zoals pagina’s vol met tabellen (van data, telefoonnummers en klok- en beltijden), stadskaarten (met routes door Antwerpen waar je niet gezien wordt door publieke en private camera’s), projectverslagen en -toelichtingen (zoals op The Invisible Route: de genoemde route om onzichtbaar door zijn stad te dwalen) en heel veel foto’s van Dries Segers (zoals van Inghels performances, waaruit weer poëzie voortkwam).
De eerste pagina is dus bovenstaand gedicht; de tweede is een foto van een krantenpagina van een huis-aan-huisblad voor Antwerpen en omstreken met contactadvertenties, waaronder deze:
DUBBELGANGERS
Internationaal Genootschap der Officiële Dubbelgangers van Inghels zoekt nieuwe leden. Jaarlijkse likingstoets. Onmiddellijk inzetbaar. Flexibel werkrooster. Discretie verzekerd. Contact: 03/369 78 88.
Dan snap je meteen het eerste gedicht. Op de volgende pagina’s: De tweede avond na mijn dood, De derde avond... et cetera. Tot en met De negende avond na mijn dood.
Daarna de eerste van reeksen pagina’s met informatie (de al genoemde tabellen) over wanneer, door welke nummer, hoe vaak en hoe lang er is gereageerd op advertenties zoals deze.
Pas daarna weer ruimte voor enige gedichten. Dan een foto van een visitekaartje met op de voorkant zijn naam en op de achterkant de tekst:
Wij zijn de levende tijd
Wij hebben emmers
licht en lijm nodig,
de heling van verbeelding
Bel de stadsdichter van
Antwerpen op 03/369.78.88
Daarna zijn toelichting:
Ik wilde eeen visitekaartje om kennis te maken. Wie naar het nummer 03/369.78.88 belde, hoorde een menu met de vraag om (1) te drukken voor het eerste gedicht, (2) voor het tweede, (3) voor het derde, enzoverder. Afhankelijk van het gekozen nummer hoorde de beller een opname van mij die het gedicht naar keuze voorlas. Ik plaatste het gedicht en telefoonnummer als contactadvertentie in de krant. Daarna liet ik ook een dozijn portefeuilles met mijn visitekaartje achter in de straten van Antwerpen. 1250 mensen belden naar het nummer voor 1999,92 minuten.
Vervolgens foto’s van de contactadvertentie en van de rapers van de visitekaartjes op straat, plus weer pagina’s vol lijsten met belgegevens.
En zo gaat het maar door en door en door. Van de achterkant:
Maarten Inghels verbindt nieuwe poëzie, beeld en performance. Zijn gedichten verschenen als tatoeage (Honger), als enquête waarin hij de staat van de samenleving opvroeg […], en werden geplant met eetbare zaadjes […]. Ook maakte Inghels een voettocht langs de Schelde van bron tot monding, om de stroom te controleren op onregelmatigheden en oneffenheden.
Contact gaat natuurlijk over het contact tussen de stadsdichter-performer en zijn kijkers en lezers, inclusief degenen die reageerden op zijn contactadvertenties en visitekaartjes. En inclusief de theaterbezoekers van de Arenbergschouwburg, die na voorstellingen stoffen zakdoeken met een gedicht in hun jaszak vonden.
En evenals de museumbezoekers die in vier Antwerpse museumtuinen de geplante gedichtregel Wanneer wij zomer zaaien in elkaar lazen. Ook dit alles geïllustreerd met foto’s. Inghels, over laatstgenoemd project:
De titel van het gedicht Wanneer wij zomer zaaien in elkaar werd met eetbare zaadjes (rucola, radijs, tuinkers, mosterdzaad…) geplant in de tuin van De Singel, het Middelheimmuseum, de Botanische Tuin en het Begijnhof in Antwerpen. Daarna heb ik het gedicht water gegeven.
Wat een bundel!
