vrijdag 08 juni 2018
Mijn behuizing is klein, maar afdoende.
Oorsuizingen, wattenbolletjes, oploskoffie.
De waterval in buizen.
Muizengepiep klinkt veiliger dan getjilp.
Iets slaat me gade, druk doende met een weegschaal,
met een grammetje meer of minder. Hoewel ik
graag binnenblijf,
moet ik eruit.
Schotelogen en antenneoren in de aanslag.
Net op tijd ontkomen aan iets snerpends in de lucht.
Waarom steeds een paraplu boven mijn hoofd
als onder moeders vleugels?
Ik zie vrouwen gewoon met kattenbakkorrels achterop de fiets.
Sommige volgen een doe-programma,
snijden een fruitsalade klein,
likken het sap van hun vingers en
nemen een zuurstofmasker om
met gesloten poriën tijdens het lopende leven
de dood heftig te kunnen ontwijken.
Is dat iets voor mij?
Vandaag heeft een staart, langer dan anders.
Er is een overschot tijd, een ranzig restantje,
waarin nauwkeurig wordt bekeken,
hoe ik mijn handen wring.
Ik netflix maar een eind weg,
dat vervilt onmiddellijk en schenkt me
een bevredigend traanelement.
Eenmaal het drama bezonken, ligt er
een grazig vertrouwen in mijn maag.
Is dit naar genoegen van keurende instanties of
moet ik echt met alle geweld naar buiten?
Brandende bijlen vlogen naar de martelares,
keerden zich halverwege om en troffen de aanvallers
recht in de borst. De vrouw met de baard was zo lelijk,
dat zij goddank niet de man hoefde te trouwen
die ze verachtte.
Zie hier het bewijs dat het leven best eerlijk kan zijn.
Dus kom, de straat op,
de pijpenstelenstrelende regen in!
De zaak doordrukken zonder flauwekul, een kwestie
van even de weerzin door
een nauwe trechter persen en onderaan uit laten
vloeien in de brede geduldige vlakte:
de normale gang van zaken,
een sluitende tijdsstapeling,
te verwachten gedrag van mensen,
een rumoerig café compleet
met de afspraak aan een tafeltje.
Geharrewar, chaos, afschuw,
onhandigheid, ontkenning lankmoedig, zelfs met
zekere welwillendheid bekeken
door iemand die, als hij geen wodka
achteroverslaat,
chocomel drinkt.
2018
Net als gisteren een gedicht uit Zuurstofconfetti, de nieuwe bundel van Elma van Haren.
Het kost veel inspanning mee te gaan in haar eindeloze (soms wel drie à vier pagina’s) beelden en associaties, compleet met uitweidingen, zijpaden en neologismen (pijpenstelenstrelende), maar ook visuele keuzes, zoals het inspringen van regels, het markeren van tekstblokken en het afwisselen van lettertypes en –plaatsingen.
Dating heet dit gedicht. Bij Van Haren ontstijgt zo’n ontmoeting de dagdeelse gebeurtenis op zichzelf en mondt uit in een waar levensavontuur om tenslotte toch uit te komen bij de kern: een kwestie van even de weerzin door […], een rumoerig café compleet met de afspraak aan een tafeltje.
Dichten is het grote kleinmaken; bij Elma van Haren is het vaak net zo goed het kleine grootmaken.