maandag 26 februari 2018
- Twee en een halve kilometer nog. ’t Is een etappe volgens het boekje. Een kopgroep met een maximale voorsprong van drie minuten, gecontroleerde ontsnapping.
- Kijk ‘s! Hushovd!
- En dan de sprinters.
- Moet in z’n eentje moet er nu langs, net al Petacchi in z’n eentje d’r langs moet.
- Nu komt de trein van Cavendish…
- Dus.
- En die heeft een lange trein toch nog.
- Precies, die heeft dus als enige nog een trein daar weten te uh herbergen en de anderen zijn dus nu afhankelijk van wat Cavendish doet.
- Cavendish…
- Dit is de Tour van vorig jaar…
- De vierde man in deze trein is Cavendish, die kleine.
- En Hondo…
- Giftige Brit.
- In die roze mouwen, gaat nu voor Petacchi rijden. Hondo gaat helpen.
- Petacchi rijdt dus ook in dat roze met groene fiets, dat is de sprinter die al gewonnen heeft, 36 jaar. En zit McEwen er nog bij?
2011
Gisteren liet ik in deze rubriek al doorschemeren dat ik niet zoveel heb met de poëzie van Ton van ’t Hof en daarom neem ik vandaag al weer afscheid van Dichter & andere dingen, zijn recent verschenen bundel met veel oud en weinig nieuw werk.
Bovenstaande tekst is een fragment van Fantastisch dat je dit kan! Daarin geeft Van ’t Hof letterlijk het commentaar weer zoals Herbert Dijkstra, Maarten Ducrot en anderen dat uitspraken bij televisiebeelden van de Tour de France van 2010. Meer dan de transcriptie is het niet en dat vind ik te weinig voor poëzie. Van ’t Hof zegt inzicht te willen geven in de wereld van de spreektaal, de bewoordingen, woordvormen en constructies waarvan men zich bij het gewone spreken bedient. Mooi idee voor een artikel voor Onze Taal, maar… daarmee begint het pas. Hier houdt het er ook al meteen mee op.