dinsdag 19 december 2017
Kom verbrijzel me in je armen
verroest me met je sappen
dat is wat ik waard ben vandaag
Je was mijn winterslaap
mijn zomerkamp
heel het universum lang
wou ik bij jou blijven
Alleen op passie draaien de motoren niet
tussen mijn oksels wist ik
dat wij niet eeuwig waren
Je zal me niet meer zien
een zin als een zegel op een brief
niet het zachte wegsluipen van een dief
een slag in een slapend gezicht
Onze eerste nacht leek een bloem
die zich vrolijk ontvouwen ging
maar alle vrouwen weten dat ook mannen verwelken
dat op elke vreugd doem rust
sluimerend en slapend en stil
als het sprookje waarin de prins
het meisje wakker kust
met een ongeschoren wang
na een eindeloze nacht in de armen van een ander
Het is niet het schuren waarvan je schrikt
noch de gapende geur van ontucht
maar zijn blik op oneindig gericht
zijn schoenen de kamer al uit geslopen
wachten ongeduldig op de gang
Duurt het nog lang?
hoor je de een de ander vragen
Dit was ooit de man in wie je kinderen zag
en nu zie je wrang de stoppels op zijn wang
als wratten miskramen tekenen van bederf
In de hoek staat de liefde
een verwend kind dat iedereen de grond in boort
dat als je het even geen aandacht geeft
gaat dansen op de graven van verloren mannen
Op het kerkhof van je leven overschouw je
wat je hebt verzameld en gekoesterd
en daarmee verstikt en begraven
Nooit meer fluister je
Maar we weten allemaal
dat beloftes op het sterfbed van de liefde altijd ijdel zijn
dat we sinds het verlaten van de moederschoot
tot aan de dood zullen zoeken naar die ander
om niet alleen onze eigen hartenklop te hoeven horen
dat de liefde steeds opnieuw wordt geboren
Twee weken te vroeg
op tijd
of een leven te laat
2017
Intrigerend poëziedebuut van de Vlaamse schrijver en performer Carmien Michels (1990). Zij publiceerde eerder twee romans en is Europees kampioen Poetry Slam. Ook de komende dagen komen we van ver.