zaterdag 14 oktober 2017
Op je dak zong de merel; de ijsvogel
vloog in brand boven de singel; je rolstoel
verdronk zich (voornen sprongen opzij).
En jij lichtte je hoed, knikte, sloeg goed
ter been de hoek om. De kleine zwarte zweeg -
de ijsvogel doofde boven de singel.
Zo liet je ons aan langzaam water achter,
zwijgend uit eigen werk. De lucht werd donker,
er dreigde onweer. We konden terugzingen.
2017
Uit Het trouwservies dus, de nieuwe bundel van Benno Barnard. Hebben we het nog, het trouwservies? Kan niet anders of daar zitten inmiddels scheurtjes en barsten in. En het is vast ook niet meer compleet; ontvreemd, stukgevallen...
Twee theologen: de gestorven vader, dichter Willem Barnard (alias Guillaume van der Graft), en de zoon, dichter Benno Bernard (alias zichzelf). Als de zoon de vader herdenkt in het openingsgedicht, ligt de Christelijke symboliek voor het oprapen.
De merel zong - de merel, meeslepend zingend en daarmee symbool van verlokking en verleiding. De dood roept.
De ijsvogel vloog in brand- de ijsvogel, symbool van de keuze aan iedereen om in liefde geboren te worden en op te groeien. Maar hoe je dat vervolgens invult... God velt zijn oordeel: voor de Vromen is er vrede en rust; de goddelozen rest onblusbaar vuur. Hemel en Hel!
De dood roept; het oordeel wacht... Maar... de vader heeft geen angst, want jij lichtte je hoed, knikte, sloeg goed ter been de hoek om. Zat daarvóór nog in een rolstoel, maar je rolstoel verdronk zich... Hij wist dat hij die niet meer nodig had en daarom zelfverzekerd (de voornen sprongen opzij) in de gracht gereden.
Die kleine zwarte zweeg - dat is de merel; zij deed haar werk...
De ijsvogel doofde - want natuurlijk wacht hem de Hemel en niet de Hel.
Dan de achterblijvers - zwijgend uit eigen werk en we konden terugzingen...
Wat mooi omschreven: bij elkaar als het moet, als het mag... Ook na de dood.