zondag 17 september 2017
Hier te beluisteren in de uitvoering van Fred Florusse.
Oudgeworden nazi-beulen
Oudgeworden nazi-beulen,
sinds de oorlog aangeklaagd
en opeens staan ze dan toch nog
voor een aards gerecht gedaagd.
De tv brengt ze in kleuren,
maar zwart-wit blijkt geen bezwaar.
Kijk ze langs hun voorhoofd strijken
met zo'n doodmoe handgebaar.
En ik kijk maar en ik kijk maar
en ik zit en kijk er naar.
Naar hun ouwemannen-handen,
vlekkerig, met dikke aren.
Zijn dat nou de handen die ooit
dodelijke wapens waren?
Die geweren presenteerden,
knuppel en karwats hanteerden,
galgentouw, pianosnaar?
Ja, het zijn diezelfde handen,
jaren ouder weliswaar.
Oudgeworden nazi-beulen,
maar gehoorzaam als altijd,
dat gevoel voor discipline
raak je immers nooit meer kwijt.
Als de rechter hun een vraag stelt
over hoe het is gegaan,
hebben ze nog steeds de neiging
in de houding te gaan staan.
En ik kijk maar en ik kijk maar
en ik zit en kijk het aan.
Nette niks-bijzonders voeten
in gepoetste zwarte schoenen.
Zijn dat nou dezelfde voeten
uit mijn helse visioenen?
Die de hakken lieten klappen,
die niet ophielden met trappen,
vrouwen, kinderen van twee?
Ja, het zijn diezelfde voeten
en ze kunnen best nog mee.
Oudgeworden nazi-beulen,
eindelijk de rekening,
en nog steeds dezelfde praatjes,
leugens en vertekening.
Bij het lezen van de aanklacht,
geen die maar van kleur verschiet.
Slechts meewarig hoofden schudden,
onbeschaamd en hypocriet.
En ik kijk maar en ik kijk maar
en geloof mijn ogen niet.
Zijn dat nou mijn eigen ogen
waarmee ik hier zit te staren,
die bij oorlogsfilms zo blind van
macheloze tranen waren?
Maar die nu capabel blijken
nazi-beulen aan te kijken,
zomaar, recht in hun gezicht.
Ja, het zijn mijn eigen ogen.
Waarom doe ik ze niet dicht?
Waarom stop ik niet en zwijg,
voor ik medelijden krijg?
1980
Voor toelichting: zie hier.