zondag 18 juni 2017
De ochtend dat het nooit meer avond wordt
talend naar stilstand was het nooit zo licht
de boomtop staat in brand in vlammen roerloos wit
het maaiveld kraait geen haan, nooit meer ontledigt zich
de dag vriest in zijn datum vast, hij ziet zich na
over de brug van taal die anderzijds niet is
hier hoort men thuis opdat men zich verliest
de maaltijd zweet zich koud, de foto drinkt zich blind
hier duurt zich wat bedierf, namaals is goudpapier
dun als de vlinder die onwetend rouwt
en in zijn mantel uit zijn vleugels valt -
2005
Geraakt ben ik door Een tuin in de winter. Herinneringen aan Gerrit Kouwenaar (zie hier en hier). Geschreven door Anna Enquist en verschenen binnen die prachtige Privé-domein-reeks van De Arbeiderspers.
Er is een steeds sterker wordend gevoel van urgentie: dat hij er was moet worden vastgelegd. Voor zover ik weet heeft niemand plannen om een biografie te schrijven. De nagelaten papieren liggen vooralsnog niet in de kelder van het Letterkundig Museum. De mensen om Gerrit heen verliezen hun geheugen en gaan dood. Zijn al dood...
Aldus Anna Enquist, die vervolgens aangeeft dat zij zeker niet de aangewezen persoon is. Zij duidt vervolgens ook niet zijn werk, maar hun diepe vriendschap.
De ene uitgave maakte een andere mogelijk: Gerrit Kouwenaar. Van woorden gemaakt. Gedichten geselecteerd en ingeleid door Anna Enquist en uitgegeven door Querido. Die inleiding eindigt de bloemlezer met een notitie over bovenstaand gedicht:
Gerrit heeft nog één gedicht gepubliceerd, in het literaire tijdschrijft Het Liegend Konijn, herfst 2005. Het gedicht heeft als titel een ochtend en begint zo: Een ochtend of het nooit meer avond wordt. Na de publicatie is Gerrit aan dt gedicht blijven werken. Hij veranderde woorden, verving een hele zin, stelde de titel bij. Door die verandering schreef hij het gedicht toe naar zijn eigen dood: De ochtend dat het nooit meer avond wordt. Hij noemde het gekscherend zijn dodemansgedicht. Het lag te wachten tot die ochtend was aangebroken op 4 september 2014 en werd door zijn uitgever op de rouwkaart afgedrukt.
Gerrit Kouwenaar schreef hoge-schoolpoëzie die, om te begrijpen, veel van de lezer vergt. De hele volgende week staat deze rubriek in het teken van zijn werk. Dan ga ik ook dieper in op de aspecten daarvan. Tot dat karakteristieke laatste gedachtenstreepje aan toe, waarmee ook zijn laatste gedicht, het bovenstaande, eindigt.
De eerste versie, zoals opgenomen in literair kwartaaltijdschrift
Het Liegend Konijn, nummer 2, oktober 2005